Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Symbolisme deel 2

op 16 april 2021 door

In deel 1 zijn we uitgebreid ingegaan op het symbolisme in Frankrijk, Nederland en België, nu is het de beurt aan Engeland, Duitsland en Rusland. Bij Engeland betrekken we ook Ierland, en Duitsland is niet te bespreken zonder Oostenrijk. Net zoals in het eerste deel zullen we nu slechts een greep kunnen doen uit het omvangrijke aanbod, niet alleen omdat het veel is, maar ook omdat er van begrenzing vaak geen sprake is.

Banner: Tea
Tekst: Tea en Hetty

 

f92dcb3138319d06d3bec03b03405f20.jpg

Literatuur

Met de dood van Charles Dickens in 1870 kwam er langzaam een einde aan de victoriaanse periode van de Engelse literatuur. Een nieuwe generatie Engelse en Ierse auteurs liet zich inspireren door Walter Pater, historisch relativist en scepticus, die lijnrecht inging tegen de zekerheden van het victoriaanse tijdperk. (bron)

William Butler Yeats (1865-1939)

Een van de dichters die zich liet inspireren was Yeats. In de jaren 1890 maakte hij deel uit van een groep jonge dichters in Londen die zichzelf de Rhymers' Club noemden, en die in hun poëzie het vluchtige moment nastreefden waar Pater het over had. Yeats wordt gezien als een van de grootste symbolisten van de Engelse literatuur, voordat het Franse symbolisme opkwam experimenteerde hij al met symbolen. De inspiratie vond hij bij dichters als Shelley, Blake en Rosette, ook las hij occulte werken en Ierse legendes. In 1923 ontving hij de Nobelprijs voor de Literatuur. (bron)

Een bekend gedicht van Yeats is

He wishes for the Cloths of Heaven

Had I the heavens’ embroidered cloths,
Enwrought with golden and silver light,
The blue and the dim and the dark cloths
Of night and light and the half-light,
I would spread the cloths under your feet:
But I, being poor, have only my dreams;
I have spread my dreams under your feet;
Tread softly because you tread on my dreams. (bron)

Op de site van Dbnl is deze mooie vertaling in het Fries te lezen

Aedhs winsk nei it Himeldoek

Hie ik it pronk-borduere himeldoek,
Mei goud trochweve en sulvrich ljocht,
It blauwe en it dizige en it tsjust're doek
Fan dei en nacht en it skimerljocht,
Dan spraette ik it ûnder dyn fuotten út,
Mar ik bin earm, ha neat as dream.
Myn dream spried ik ûnder dyn fuotten út;
Gean sêft, dû giest op myn dream.[p. 169]

 

Filmpje Anthony Hopkins leest het gedicht

Oscar Wilde (1854-1900)

Wilde haalde zijn inspiratie voor zijn poëzie uit Joris-Karl Huysmans’ roman A Rébours (Tegen de keer), dat een cultstatus verwierf als 'bijbel van de decadentie' door de excentrieke gedachten en gedragingen van het hoofdpersonage. Wilde werd de belangrijkste vertegenwoordiger van het Engelse estheticisme. Zowel in zijn eigen leven als in zijn werken ondernam hij een constante zoektocht naar schoonheid waarmee hij uit de volgens hem 'lelijke' dagelijkse wereld wilde vluchten. (bron)

Het portret van Dorian Gray

Dit is de enige roman die Wilde gepubliceerd heeft. Het verscheen in 1890 en werd in 1893 vertaald door Elisabeth Couperus-Baud. Haar echtgenoot Louis Couperus had het boek rechtstreeks van Oscar Wilde ontvangen en zij was er diep van onder de indruk. Het tot de verbeelding sprekend verhaal over de jongeman wiens portret veroudert werd meerdere malen verfilmd en is een mooi voorbeeld van symbolisme. Het gele boek van een Franse auteur dat Dorian cadeau krijgt staat symbool voor het bovengenoemde boek van Huysmans met het daarin beschreven verval. Ook het schilderij is te beschouwen als een symbool, eerst van de hang naar schoonheid, later van decadentie. (bron)

T.S. Eliot (1888-1965)

In 1908 ontdekte Eliot Arthur Symons' The Symbolist Movement in Literature (1899). Door dit werk maakte hij kennis met de poëzie van Jules Laforgue, Arthur Rimbaud en Paul Verlaine. Deze dichters zouden een beslissende invloed op hem uitoefenen. Zijn Waste Land (Het barre land), verscheen in 1922 en werd besproken in het klassieker-genootschap. We vonden onder andere symbolen van spiritisme, christendom, droogte, onvruchtbaarheid…..Dit lange gedicht verscheen in een Nederlandse vertaling van Paul Claes waarin hij ook uitgebreid verklaart, een aanrader.(bron)

d5c2efa7f44d300853d1e3b6f7273e35.jpg

Schilderkunst

Het is nog niet zo eenvoudig om het symbolisme in de Engelse kunst aan te duiden, het is minder duidelijk aanwezig als specifieke stroming dan bij andere Europese landen het geval is. Het symbolisme vind je in Engeland vooral terug bij de prerafaëlieten.

In de 19e eeuw was Engeland een belangrijke wereldmacht met een groot koloniaal imperium, het land liep voorop in de industriële revolutie en was een toonbeeld van vooruitgang, stabiliteit en nationale trots, het was ook nog altijd een conservatief land. In deze victoriaanse setting werd de schilderkunst gedomineerd door de academische kunst van de Royal Academy of Arts.

De prerafaëlieten waren een groep Engelse kunstenaars in het victoriaanse tijdperk die zich begonnen af te zetten tegen deze academische kunst, ze wilden terugkeren naar de eenvoud zoals die bestond bij kunstenaars voor Rafaël. Ze streefden een eenvoudige compositie na en een realistische werkwijze.

In de literatuur was eerder al een soort tegenbeweging ontstaan door romantische dichters als Shelley, Blake, Keats en Byron, een kentering die zich halverwege de 19e eeuw ook begon door te zetten in de schilderkunst. Daarnaast had ook de ontdekking van de fotografie invloed op de schilderkunst, hierdoor ging het esthetische en het symbolische prevaleren boven het concrete onderwerp.

Als anti-academisch gezelschap wilde de 'Pre-Raphaelite Brotherhood' de 'stoffige' Engelse schilderkunst weer nieuw leven inblazen door alleen nog waardige, betekenisvolle onderwerpen af te beelden, met veel symboliek, niet zelden met een morele boodschap. Vaak hadden de onderwerpen hun wortels in de romantiek, ook wel geïnterpreteerd als een 'vlucht uit de werkelijkheid'. Ze schilderden altijd volledig naar de werkelijkheid en liefst in een natuurlijke setting, terwijl ze op de Academie eigenlijk alleen geleerd hadden te schilderen naar gipsen modellen. (bron)

a5882b8eb8b8f239c64debd05890b032.jpg

Een groot verschil met de academische kunst valt te ontdekken in de compositieopbouw van de prerafaëlieten, ze maakten veel gebruik van contrasterende elementen en offerden de driedimensionaliteit op aan het detail. Ze plaatsten de hoofdactiviteit op de voorgrond, de rest bleef vrij plat. Geïnspireerd door de frescotechniek gebruikten ze veel harde en felle kleuren, verkregen door het pure pigment direct op een witte ondergrond aan te brengen zoals de frescoschilders in de tijd voor Rafaël gewoon waren te doen.

Rond 1860 ging de prerafaëlitische stroming geleidelijk over in een nieuwe vorm waarbij de esthetische waarde van het kunstwerk centraal kwam te staan en daarmee ook het visuele genot. Deze tweede golf, ingezet door Rossetti , wordt de Aesthetic Movement genoemd. Het was niet langer nodig dat de kunst een boodschap uitstraalde, het uitbeelden van schoonheid, wel vaak met een melancholische ondertoon, was het belangrijkste. De kunstenaars schilderden niet meer naar de natuur maar trokken zich terug in hun atelier en schilderden daar hun eigen droomwereld, vaak nog wel geïnspireerd op de middeleeuwen, mythische verhalen en literatuur.

4ecc161098d977dd5d31dbea5e324083.jpg

Bekijk hier een documentaire over Dante Gabriël Rossetti en de prerafaëlisten.

Onder de prerafaëlieten waren twee subgroepen te onderscheiden, als eerste de groep rond Rossetti zij kozen voor een rijk kleurenpalet, losse penseelhantering en de beeldtaal van de vroegrenaissanceschilders. Tot deze groep hoorden o.a. Edward Brurne-Jones, Arthur Hughes, William Morris en James McNeill Whistler. De dichter Algernon Swinburne hoorde ook tot deze groep en introduceerde het Franse begrip L’art pour l’art in Engeland. De tweede groep had vergelijkbare idealen maar voor hen lag de schoonheid vooral in mooie vormen, lijnen en kleurcombinaties, hiertoe behoorden George Frederik Watts, Evelyn De Morgan en Albert Moore.

Vanaf 1870 ontstaat vanuit deze tweede groep, onder aanvoering van de tot Engelsman genaturaliseerde Nederlander Lawrence Alma-Tadema, samen met Frederic Leighton, Evelyn De Morgan en Albert Moore, een nieuwe variant van het prerafaëlisme die wel 'School of Olympus' werd genoemd. Deze stroming richtte zich op reconstructies van scènes uit de antieke tijd en maakte ook schilderwerken gebaseerd op antieke beelden. Gezichten werden vaak expressieloos afgebeeld, ter voorkoming van ongewenste identificatie die een symbolische interpretatie in de weg zou kunnen staan. (bron)

fd056a9523b614c80354f5ec5f3c2926.jpg

Bekijk hier een korte documentaire over het werk van Lawrence Alma Tadema n.a.v. een tentoonstelling in het Fries Museum in 2017, hierin wordt o.a. gesproken over de inspiratiebron die hij later werd voor hedendaagse filmmakers.

Vooral deze tweede stroming binnen het prerafaëlisme heeft grote invloed gehad op de rest van Europa, denk hierbij vooral aan de aan de prerafaëlieten gelieerde Arts-and-craftsbeweging, met name Walter Crane en William Morris hadden een aanwijsbare invloed op de Brusselse groep Les Vingt. Ook zijn er invloeden van de prerafaëlieten zichtbaar in de kunststroming jugendstil. De meest directe invloed werd aan het eind van de 19e eeuw uitgeoefend op de in opkomst zijnde beweging van het symbolisme. Bekende symbolisten als Pierre Puvis de Chavannes,en Gustave Moreau spraken hun sympathie uit voor de prerafaëlieten en dit vond navolging bij de Belgische Fernand Khnopff. Met name de uitbeelding van mystiek en fatale vrouwen werd overgenomen, net als de aandacht voor symboliek als verwijzing naar een hogere werkelijkheid en het aan elkaar knopen van tegengestelde idealen als natuur versus verbeelding, dromen, legenden en fantasie. De gerichtheid van de Europese symbolisten op angst en gevaar is de prerafaëlieten vreemd.

Bronnen schilderkunst: 
- Symbolisme
- Prerafaëlieten

f0d505f9290f90a33184b8574f8a7b4b.jpg

edff3f3d2baf9da854cd69d0eff83d08.jpg

Bij de indeling van de Duitse literatuurgeschiedenis wordt het symbolisme ondergebracht bij de wat bredere term Literatur der Jahrhundertwende (1880-1910). In deze tijd gaat het Duitsland (Keizer Wilhelm II met zijn Weltpolitik) en Oostenrijk-Hongarije economisch voor de wind, de achterstand op Engeland en Frankrijk wordt ingelopen en dit heeft gevolgen voor cultuur en politiek. Het lijkt een kantelpunt te zijn tussen het verleden en het nieuwe, het gevoel van een fin-de-siècle en de hoop op een nieuwe tijd. In de kunst en de literatuur ontstaan naast elkaar tal van nieuwe stromingen, het zijn meerdere pogingen om antwoorden te vinden op vragen in deze nieuwe, maar ook onzekere tijd. In Duitsland zijn Berlijn en München de culturele centra waarin het bruist van de nieuwe ideeën, Praag en Budapest zijn dat voor Oostenrijk-Hongarije.

Alles wijst erop dat de Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije tot ondergang is gedoemd. In tegenstelling tot Duitsland heeft de monarchie een nog sterk feodaal en agrarisch karakter ondanks de industrialisering en verstedelijking. Het ontbreekt de adel en de hogere burgerij aan politieke visie, terwijl zij wel de dienst uitmaken. Dit zorgt voor een onzekere situatie die later door Robert Musil (1880-1942) verwoord wordt in zijn roman Der Mann ohne Eigenschaften (1930)

‘Niemand wusste genau, was im Werden war…’

Robert Musil noemt de oude monarchie in zijn roman 'Kakanië', een verwijzing naar ‘kaiserlich und königlich’: k.u.k. Franz Joseph was keizer van Oostenrijk en koning van Hongarije.

Intussen gonst het in de cafés en de literaire salons van het nieuwe leven. Alles wordt nieuw: de mens, de kunst, de moraal en de politieke visie. Naast de opwinding brengt al dit nieuwe ook onzekerheid met zich mee. Op talrijke gebieden zoals de muziek, de literatuur, taal en kunst en in de medische wetenschap dienen zich revolutionaire vernieuwingen aan.

Hermann Broch (1886 – 1951) schrijft hierover:

Wien – die fröhliche Apokalypse

Het veranderende mensbeeld

Aan het einde van de negentiende eeuw zien we opvallende namen verschijnen. Charles Darwin en Karl Marx verkondigen hun visie op het determinisme, Friedrich Nietzsche bepleit de oude mens in te ruilen voor de Übermensch en psychoanalyticus Sigmund Freud probeert zijn patiënten te genezen door Traumdeutung. In deze wirwar van ideeën en veranderingen ontstaat in Duitsland en Oostenrijk te midden van andere stromingen zoals het naturalisme, impressionisme, expressionisme, het symbolisme.

e649c3c576bc6f5975c42ff35883ca8b.jpg

Het schilderij Nixen Silberfische (1899) wordt gezien als voorloper van Klimts latere definitieve symbolistische stijl.

Kunst en poëzie

Auteurs bedienen zich voornamelijk van poëzie om hun gevoelens van hevig verlangen naar geluk te vertolken. Gustav Klimt, symbolistisch schilder en medeoprichter van de Wiener Secession, vond dat alleen de kunst de macht heeft om de mens te verheffen. Een groep jonge kunstenaars zette zich af tegen hun oudere vakbroeders die het klassiek-traditionele aanhingen en zich verenigd hadden in het Künstlerhaus. De afgescheiden jonge artiesten vonden aansluiting bij gelijkgestemden in Berlijn en München evenals bij symbolistische groeperingen als Les XX in Brussel, bij het werk van Fernand Khnopff (schilder met Poolse en Portugese roots die zich gevestigd had in Brugge) en dat van Jan Toorop (Nederlands beeldend kunstenaar)

Voor hun veertiende tentoonstelling in 1902 werkten de kunstenaars van de Secession aan hun Gesamtkunstwerk in hun eigen Secessiongebouw. Het doel was een eerbetoon aan Beethoven met als middelpunt de Beethoven-sculptuur van Max Klinger. De binnenhuisarchitectuur werd ontworpen door Josef Hofman en de geschilderde Beethovenfries is van Klimts hand. Muziek van Beethoven moest zorgen voor een synthetische ervaring. De terugkeer van romantische thema’s aan het einde van de negentiende eeuw zoals voorliefde voor het geheimzinnige en het fantastische wordt ook wel neoromantiek genoemd.

96dcbf1e6a9ef5573c48bb9ef520cc46.jpg

De drie delen van de Beethovenfries verbeelden "het verlangen van geluk", "de vijandige krachten" en "de vervulling van het geluksverlangen via poëzie” Het publiek wees de schilderingen af, in plaats van de positieve boodschap van Klimt, trokken uiterlijke “lelijkheden” en seksualiteit de aandacht. (bron en bron en afbeelding)

Filmpje Bethovenfries

Dichters

Stefan George (1868 – 1933)

Stefan George, vertegenwoordiger van de neoromantiek, wilde al op jonge leeftijd dichter worden. Hij reisde veel door Europa en bleef zelden lang op dezelfde plek. In Parijs ontmoette hij in 1889 toonaangevende dichters als Stéphane Mallarmé en Paul Valéry. Zijn eerste cyclus Hymnen publiceerde hij in 1990, de hermetische, persoonlijke stijl zou kenmerkend blijken voor zijn werk. Zijn gedichten verschenen in kleine oplagen, dit werd bewust gedaan omdat ze voor ‘ingewijden’ bedoeld waren en niet voor de massa. In zijn werk probeert hij een sfeer van zuivere schoonheid op te roepen en van een paradijselijke wereld.

Zijn stijl is opvallend vanwege de afwezigheid van interpunctie en ook volgt hij de Duitse hoofdletterregels niet, alleen het eerste woord van een regel krijgt een hoofdletter. In de eerste fase van zijn dichterschap, tot het einde van de 19de eeuw, is hij aanhanger van de l'art pour l'art-beweging en overtuigd antimodernist. Door zijn overtuiging dat een dichter de kunst ter wille van de kunst bedreven moest worden waren maatschappelijke inmengingen niet wenselijk. In de praktijk betekende dit dat een kunstenaar geen gewoon mens kan zijn: ‘hij moet zich verheffen, zich terugtrekken en een eigen wereld creëren. Het programma van George was de geestelijke kunst.’

In zijn latere leven zou hij zich wel maatschappelijk engageren, zijn cyclus Das Neue Reich (1928) blijkt over de oorlogsjaren te gaan en werd door de nationaalsocialisten gezien als een verwijzing naar het nieuwe rijk waarnaar zijzelf streefden. George had zich verzoend met het nationalisme, maar ging niet in op de loftuitingen van Goebbels (die op zoek was naar een rijksdichter), waarmee hij volgens zijn leerlingen Nazi-Duitsland afwees. (bron en bron)

Op zoek naar vertaald werk van Stefan George kwamen er interessante verbanden naar Nederland aan het licht, onder andere zijn vriendschap met Albert Verwey, maar zijn naam wordt ook genoemd in het essay Duitse pedagogische eros in een Amsterdams cultuurcentrum. In 2018 verscheen een onthullende biografie, geschreven door Annet Mooij, over de mecenas Gisèle van Watersloot van de Amsterdamse cultuurkring Castrum Peregrini, waar misbruik van jongens heel gewoon bleek. De pedagogische eros, Reformpädagogik in Duitsland, grijpt terug naar Plato’s Symposium. Een jongen moest opgevoed worden door de liefde van een man, zodat hij opgeleid zou worden tot wijsheid of minstens tot een succesvol burger in de Griekse polis.

Een interessante blog over Stefan George vind je hier

Vervoering (Entrückung (1908) Stefan George vertaald door Ineke Reisiger)

Ik voel de lucht van een andere planeet.
De gezichten verbleken voor mij door de duisternis
die zich zonet nog vriendelijk tot me keerden.

En bomen en paden waar ik van hield worden vaal
zodat ik ze nauwelijks meer herken en jij, lichte
geliefde schaduw – die mijn kwellingen roept

bent nu volledig opgegaan in een diepere gloed
Om na afloop van het getuimel van het strijdgewoel
als een vrome siddering te bekoren.

Ik ga op in klanken, cirkelend, wevend,
van diepste dank en niet benoemde lofuitingen
mezelf zonder wensen overleverend aan de grote adem.

Een wilde stormwind komt over mij ,
in de roes van de wijding waar hartstochtelijke schreeuwen
van in het stof geworpen bidvrouwen smeken

Dan zie ik hoe geurige nevelen opstijgen
in een zonnige heldere open plek
die slechts ver weg gelegen berghellingen omhullen.

De grond trilt wit en zacht als wei.
Ik klim over monsterachtige kloven.
Ik voel hoe ik over de laatste wolk heen

in een zee, met een kristallen glans zwem –
Ik ben slechts een vonk van het heilige vuur
Ik ben slechts een nadreun van de heilige stem.

Filmpje met gedicht in het Duits

ba6ae85c6d6af3892ba75a465ccda7d2.jpg

Hugo von Hofmannsthal (1874 – 1929)

Es ist den Menschen im Allgemeinen nicht gegeben zu sehen was ist.

Von Hofmannsthal was een Oostenrijks schrijver, op het eind van het symbolisme, en medeoprichter van de Salzburger Festspiele. Hij werkte ook met Richard Strauss samen en behoorde tot dezelfde groep als Stefan George. De twee konden het aanvankelijk goed vinden, maar uiteindelijk raakten ze gebrouilleerd, er zou zelfs geduelleerd worden maar dat ging niet door.

Hugo von Hofmannsthal staat aan het einde van een lange traditie. Vóór het modernisme was, in de nasleep van de romantiek, het realisme en het symbolisme, in de literatuur uitgebreid geëxperimenteerd met verschillende uitdrukkingsvormen, die streefden naar de gevoelswereld of innerlijke mens, en de manier waarop mensen in de wereld functioneren poogden weer te geven. Hofmannsthal rekte de mogelijkheden van deze traditie tot hun uiterste, zonder de focus naar formalistisch experiment te verleggen. Hij was diepgeworteld in de Heimatkunst, maar besteedde tezelfdertijd aandacht aan het filosofische aspect van het theater; voor hem was het theater een microkosmos, het leven in het klein, en mensen moeten moeite doen om zichzelf te leren kennen door hun positie in het wereldtheater te onderzoeken. Dit onderscheidde hem van het introspectieve symbolisme. Het belang van Hofmannsthal voor de Duitstalige literatuur is derhalve aanzienlijk. (bron)

Hofmannsthal vond het lastig de wereld te doorgronden of door middel van taal te verwoorden. Goed kijken en waarnemen is niet altijd eenvoudig. Maar nog lastiger is het om de wereld te doorgronden of door middel van taal onder woorden te brengen. Hij laat in Ein Brief (1902) de fictieve succesvolle dichter uit de 16e eeuw, Lord Chandos, aan het woord, die zich voor zijn lange periode van improductiviteit verontschuldigt. ‘Maar zwijgen past nu eenmaal beter in een tijd, waarin de dichter geen juiste middelen vindt om de wereld in woorden te vatten.’ Het thema sprakeloosheid komt in zijn gedicht Was ist die Welt eveneens ter sprake. (bron en bron)

 

Was ist die Welt?

Was ist die Welt? Ein ewiges Gedicht,
Daraus der Geist der Gottheit strahlt und glüht,
Daraus der Wein der Weisheit schäumt und sprüht,
Daraus der Laut der Liebe zu uns spricht

Und jedes Menschen wechselndes Gemüt,
Ein Strahl ists, der aus dieser Sonne bricht,
Ein Vers, der sich an tausend andre flicht,
Der unbemerkt verhallt, verlischt, verblüht.

Und doch auch eine Welt für sich allein,
Voll süß-geheimer, nievernommner Töne,
Begabt mit eigner, unentweihter Schöne,

Und keines Andern Nachhall, Widerschein.
Und wenn du gar zu lesen drin verstündest,
Ein Buch, das du im Leben nicht ergründest. (bron)

 
Het gedicht is hier te beluisteren

 

Café Griensteidl, printing by Reinhold Völkel, 1896, waar Von Hofmannsthal stamgast was en is tevens een mooi voorbeeld van de architectuur uit die tijd.

b0378197e3f814c7e22c8cae8b6a6feb.jpg

ba6ae85c6d6af3892ba75a465ccda7d2.jpgRainer Maria Rilke (1875 – 1926)

Rilke is geboren in Praag en werd Duitstalig opgevoed zoals destijds gebruikelijk in de hogere klassen. Tijdens zijn reizen door Europa kwam hij in aanraking met Lev Tolstoj, Auguste Rodin (waarbij hij tien jaar als secretaris werkte) en Paul Cézanne. De gedichten van Rilke worden ook wel Dinggedichte genoemd, door zijn intensieve omgang met de beeldhouwkunst zijn zijn beschrijvingen van de dingen opvallend goed. Niettemin is het beter te spreken van ‘raadsels’ omdat hij de dingen in zijn gedichten steeds in een nieuw licht plaatst, dit in tegenstelling tot de naturalisten. Hij hield van de raadsels die ontstonden tijdens de eeuwwisseling. ‘Ik begin nieuwe dingen te zien’ en ‘Ik leer zien. Ja, ik begin.’ Zijn nieuwe dichtbundel, die in 1908 verscheen, noemde hij dan ook Neue Gedichte. Rilke geeft er raadsels in op. Hij beschrijft de werkelijkheid niet zomaar, maar werpt er een nieuw licht op en wil de lezer anders doen zien. Hij plaatst de dingen in een nieuw en verrassend perspectief. Hierdoor onthult hij nieuwe en verrassende aspecten. Een voorbeeld van zo’n ander perspectief is

De panter (1903) Jardin des Plantes - Parijs.

Zijn blik is door het lopen langs de tralies
zo moe geworden dat hij niets meer ziet.
Het moeten hem wel duizend spijlen lijken
en achter deze duizend bevindt zich - niets.

De zachte tred van de sterke lenige schreden
die om de allerkleinste cirkel draait,
lijkt als een dans van kracht rondom een midden
waarin verdoofd een grote wilskracht huist.

Soms echter schuift het gordijn voor de pupillen
geluidloos open -. Dan komt een beeld naar binnen,
dringt door de stilte van zijn strakgespannen leden -
en eindigt in zijn hart om nergens meer te zijn.

Rainer Maria Rilke
Vertaling: W. A. Fraikin

Filmpje gedicht

Proza

Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge

In 1910 ontstaat het enige prozawerk van Rilke: Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge. Het boek gaat over een Duitse schrijver – dit mag je autobiografisch opvatten – , die in Parijs in een existentiële crisis raakt. Thema is het ‘leren zien’, het vragen naar wat achter de oppervlakte van het leven schuilgaat. Concreet worden deze vragen aangesneden tegen de achtergrond van het verloren gaan in het anonieme bestaan van een grote, onbekende en angstaanjagende stad. De stad wordt later door veel expressionistische dichters als thema van hun werk gekozen. Het verhaal van Rilke lijkt gelezen te moeten worden tegen de achtergrond van de parabel van de verloren zoon uit het Nieuwe Testament. Maar bij Rilke is de ‘thuiskomst’ van de hoofdpersoon eerder het geluk dat je vindt in een belangeloze arbeid in alle rust. Onder ‘thuiskomst’ verstaat Rilke een soort mystiek opgaan in het hogere. Het is een bijna religieuze ervaring, een liefde tot God, die weinig lijkt op een reële en moeizame zwerftocht van een ‘verloren zoon’ of de thuiskomst van Odysseus na jaren van zware inspanningen en omzwervingen. (bron)

 b4efa9669dbc9c4d7884669ee39e052f.jpg

Literatuur

Rond 1880 kwam er een einde aan de periode van de grote Russische roman en daarmee ook aan de hoogtijdagen van het realisme. Onder invloed van de West-Europese, in het bijzonder de Franse, literatuur ontstond  een nieuwe stroming die geleidelijk aan ging domineren: het symbolisme. In tegenstelling tot het realisme dat sterk gericht was op het proza, is er bij het symbolisme een grotere rol weggelegd voor de poëzie. Deze poëzie sloot in meerdere opzichten aan bij de poëzie van voor het realisme, die van de romantiek. Beide stromingen hebben met elkaar gemeen dat het niet van belang is om de realiteit zo objectief mogelijk weer te geven, maar alleen het innerlijke (romantiek) en het ‘hogere’, de met de zintuigen niet waarneembare werkelijkheid (symbolisme) heeft de aandacht. 

De Russische schrijver Dmitri Merezjkovski staat aan het begin van het symbolisme met zijn essaybundel Over de redenen van het verval en over de nieuwe richtingen in de hedendaagse Russische literatuur, hij was een voorstander van het l’art pour l’art principe en bestreed dat kunst nuttig moest zijn zoals de linkse socialisten propageerden. Ook hoefde kunst volgens hem niet op te wekken tot een hoogstaand leven zoals Tolstoj van mening was, kunst hoefde enkel het ‘ware’ en het ‘schone’ te laten zien.

Met de nadruk op de opvatting dat kunst losstaat van utiliteit en moraal en dat kunst meer kan dan de wereld van de wetenschap of de zichtbare wereld uitbeelden, verwoordde Merezjkovski twee kernpunten van het Russisch symbolisme. Aanvankelijk overheerste het esthetische aspect (de kunst was geheel vrij en had geen enkel ander doel dan kunst te zijn), later kwam de nadruk meer te liggen op het filosofische: al het zichtbare is slechts een symbool van een ‘andere’, hogere werkelijkheid, die wij niet kunnen waarnemen maar slechts via de kunst kunnen benaderen. (bron)

De belangrijke vertegenwoordigers van het vroege Russische symbolisme (ook wel eerste fase genoemd) waren, naast Merezjkovski zelf, Valeri Broesjov, en Fjodor Sologoeb. Bij deze symbolisten lag de nadruk op de duivel en de dood, ook was er een flirt met de erotiek. De tweede fase van het symbolisme begon na de eeuwwisseling en was meer mystiek en religieus gericht. De twee auteurs die hier de meeste aandacht trokken waren Aleksandr Blok en Andrej Bely. Deze beide auteurs, maar ook andere symbolisten van de jongere generatie, werden sterk beïnvloed door de filosoof Vladimir Solovjov, onder meer zijn denkbeelden vormden een belangrijke bron voor hun opvatting van de werkelijkheid. Het gaat hierbij om een hogere werkelijkheid die niet gemakkelijk toegankelijk en kenbaar is maar alleen kan worden gezien in visioenen en worden weergegeven door een bijzondere dichterlijke verbeeldingskracht.

1fd661745fe916576fedf6e5ae0c8831.jpg

Beluister hier het muziekstuk van Dmitri Shostakovich Seven Romances on Poems of Alexander Blok

Een terugkerend element in de Russische poëzie is een gevoel van noodlotsbestemming, van de geschiedenis die het individu overstijgt. Aan het einde van de 19e eeuw neemt steeds duidelijker een nieuw en problematisch levensgevoel bezit van Rusland. Het was dan ook een periode met grote veranderingen in de maatschappij. De opheffing van de lijfeigenschap (1861) had de macht en daarmee ook de rol van de adel sterk verminderd. Er was een middenklasse ontstaan die door het sterk verbeterde schoolsysteem goed was opgeleid.  De zich geleidelijk ontwikkelende industrialisatie speelde ook in Rusland een rol er ontstond een tamelijk groot fabrieksproletariaat, met name rond de hoofdstad Sint-Petersburg. Er heerste een ontevredenheid bij beide klassen over de tsaristische regeringsvorm waarbij de volksvertegenwoordiging nauwelijks enige invloed had, iets wat niet meer paste in de ‘moderne’ tijd. Het land snakte naar verandering en vernieuwing.

Een combinatie van het fin-de-siècle, een doordrongen zijn van nutteloosheid en doelloosheid zoals met name in Tsjechovs toneel, en tegelijkertijd een gevoel van eschatologie en noodlottigheid, een verwachting van een nieuwe tijd, die na een reinigende catastrofe op de puinhopen van de oude wereld zou moeten ontstaan. De verwachting van een catastrofe is aanwezig in veel van de Russische symbolistische poëzie, zij het vaak vaag en onbestemd of mystiek. Vooral het werk van Aleksandr Blok is hier sterk door getekend. Deze voorgevoelens zijn op een bijzonder concrete manier uitgekomen in de letterlijk catastrofale wendingen die de Russische geschiedenis heeft genomen in de twintigste eeuw. 

...

Net als de Franse symbolisten zien ook de Russische symbolisten, zoals Blok en Brjoesov, in de moderne grote stad het overheersende wereldsymbool, demonisch en vol eschatologische verwachtingen. De Russische natuur, zo vertroostend en geliefd in de literatuur van hun voorgangers, wordt door de symbolisten aanvankelijk buiten beschouwing gelaten, genegeerd of soms zelfs geridiculiseerd (want inferieur aan de kunst). In een van zijn gedichten zegt Brjoesov provocerend dat de macht van de natuur iets ‘beschamends’, iets ‘schandelijks’ heeft. De natuur wordt aan de cultuur onderworpen. (bron)

b8558432414a92a714e5d8fb78370cad.jpg

Andrej Bely

Bely, behorende tot de tweede generatie symbolisten, stort zich in allerlei esoterische bewegingen en was lange tijd aanhanger van Rudolf Steiner, maar was ook een belangrijk experimentator. Hij heeft verschillende literaire symfonieën op zijn naam staan en schreef met zijn meesterwerk de roman Petersburg een van de eerste modernistische Europese romans. Het is een van de eerste 20e -eeuwse romans waarin het niet in de eerste plaats gaat om allerlei psychologische problemen, in deze roman treden andere aspecten van de wereld en de menselijke kijk hierop op de voorgrond. Dit is ook af te leiden aan de titel, waar de beroemde 19e -eeuwse romans vaak naar het hoofdpersonage genoemd werden (denk aan: Anna Karenina van Tolstoj, Eline Vere van Couperus, Oliver Twist van Dickens en De gebroeders Karamazov van Dostojevski), wordt de aandacht bij de 20e -eeuwse modernistische romans vaak verlegd naar een plaatsbepaling (Naar de vuurtoren van Woolf, De toverberg van Mann), de setting waar het verhaal zich afspeelt wordt duidelijk belangrijker. In de roman Petersburg is de stad waar het verhaal zich afspeelt niet slechts een achtergrond die er nu eenmaal moet zijn omdat gebeurtenissen zich ‘ergens’ moeten afspelen, maar de stad heeft ook echt een rol in het verhaal gekregen en is misschien zelfs wel het belangrijkste ‘personage’ geworden. De stad heeft grote invloed op wat er gebeurt en is bepalend voor wat de menselijke personages doen en denken.  Ook wordt via de stad Petersburg een verbinding gelegd met eerdere literatuur van o.a. Gogol, Dostojevski en Poesjkin.

Schilderkunst

Het symbolisme, hoewel geïnspireerd op voorbeelden uit Frankrijk, kwam in Rusland heel eigenzinnig uit de hoek met zijn bijzondere landschapstaferelen die zijn gelijke enkel vinden in Finland. Te denken valt hierbij aan een portret van zilverberken zonder kruin en zonder voet.

Bekende Russische symbolisten zijn o.a. Michail Vroebel, Michail Nesterov, Nikolaj Rjorich, Wassily Kandinsky en Alexandre Benois. Veel van deze kunstenaars vonden elkaar in de artistieke beweging Mir Iskoesstva (De wereld van de kunst), vanuit deze groep leverden een aantal kunstenaars ook een bijdrage aan het bekende ‘Ballets Russes’.

342195a626bb997ac533968e7c2aaab8.jpg

Bekijk hier hoe Wasilly Kandinsky te werk ging.

Twee golven tekenen het symbolisme in de Russische ‘zilveren eeuw’. Als eerste het 19e-eeuwse oeuvre dat zich reactionair profileert tegen de mensverscheurende industriële maatschappij, tot deze groep behoren o.a. Vroebel, Nesterov, Golovin en Polenova. Volgens hen moet de aandacht opnieuw gericht worden op het ideële, op de echte waarheid, ze willen geen droomwereld maar zuivere symbolen die tot nadenken aansporen. Ze putten hierbij uit thema’s als de volkscultuur, folklore, oude geschiedenis, sagen, legendes en heldenepossen.

Bij de tweede golf van symbolisten die zich in de twintigste eeuw aanmeldt staat de theaterdecorbouw centraal. Het theater schept een nieuwe realiteit, geïnspireerd op emoties, muziek en gevoelens. Dit is ook het ontstaan van de kunstkring ‘De Blauwe Roos’ bestaande uit 16 artiesten uit verschillende steden. Kunstenaars als Koeznetov, Oetkin en Matvejev zetten het goud en azuurblauw op de voorgrond omdat dit aansluit bij de uitbeelding van dromen en visioenen.

9815548dc3285d4e0bc316d12637c484.jpg

Michail Vroebel

Vroebel (1856-1910) was kunstschilder en beeldhouwer en staat vandaag de dag bekend als het genie en de vader van de Russische symbolische kunst, hij staat voor streven naar de onvatbare, ideële schoonheid in bizarre kleurschakeringen en bracht iedereen in verwarring met zijn onverstaanbare beeldtaal.

Vroebel bracht iedereen in verwarring door zijn onverstaanbare beeldtaal. Het fragment uit het muurpaneel A Six Winged Scraph, waarvoor hij inspiratie vond in Poesjkins gedicht De Profeet, toont duidelijk een heldin met zwaard, gevat in een Wolga-azuurblauw. Een werk dat het begin van de art nouveau inluidt, en experimenteert met vingerverftechniek. (bron)

Vroebel schilderde dezelfde realistische personages als zijn voorgangers maar zorgde voor vernieuwende thema’s die o.a. verwezen naar literatuur en sprookjes. Hij was ook een van de ontwikkelaars van een eigen versie van het Franse symbolisme, geïnspireerd door de Byzantijnse schilderkunst en de Russische volkskunst. Hij maakt grootse, serieuze schilderijen in olieverf.

Hij zag musea als kerkhoven, als grafkelders. Kunst hoorde thuis in de huizen van mensen, in het leven van alledag en nergens anders. Maar dat betekende niet dat de kunst zelf alledaags mocht zijn! Door het scheppen van verheven beelden, moest de kunstenaar de ziel van de mens tot leven wekken en hem juist afleiden van de dagelijkse beslommeringen. Zo schiep hij in zijn kunst een mysterieuze, onaardse wereld, bevolkt door demonen, profeten en serafijnen, elfen, nimfen en najaden, door eenzame wezens in onwerkelijke landschappen, zwevend tussen goed en kwaad. Hij schilderde hallucinaties en visioenen, sagen, legenden en sprookjes, hij schilderde een mannenhoofd dat tussen de waterlelies op een donkere vijver drijft en een bloeiende sering betoverde hij in een sinistere struik. 

...

Pas op zijn 24-ste, toen hij al een voltooide rechtenstudie achter de rug had, ging hij naar de academie in St. Petersburg. Daar raakte hij begeesterd door de lessen van Pavel Tsjistjakov die zijn leerlingen aan de hand van gipsmodellen uitlegde hoe ze een vorm niet moesten modelleren door er een contour aan te geven, maar door die vorm, net als een diamantslijper, in afzonderlijke vlakjes te ontleden. Pas in het samenspel van de verschillende vlakjes tekent zich zowel het uiterlijk, als de innerlijke structuur af. Door in zijn schilderijen met die vlakjesmethode te experimenteren, wist Vroebel wonderlijke effecten te bereiken. Sommige schilderijen lijken mozaïeken van verf, ze doen denken aan patchwork, aan scherpkantige kristallen of, bij zijn late werk, aan een in duizenden scherven gebarsten glasplaat, scherven die allemaal andere kleuren weerkaatsen. (bron)

16911e37e1b2ff75cee6f9c7ee6bab70.jpg

Vroebel kon zich ongeremd uitleven in zijn vlakjestechniek bij het schilderen van de door hem zo geliefde gevleugelde wezens, hiervoor haalde hij zijn inspiratie uit een sprookje van Poesjkin (de Zwanenprinses), maar ook bij het schilderen van de zesvleugelige serafina die de profeet Jesajah bij Gods troon ontwaarde. Hun gelaagde patroon van veertjes was perfect weer te geven m.b.v. de vlakjestechniek.

Vroebel haalde ook veel inspiratie uit het werk van buitenlandse symbolisten. Zo maakte hij schilderingen in de paleizen van Moskouse welgestelden die doen denken aan de mysterieuze wandschilderingen van Puvis de Chavannes, zijn dromerige visioenen doen denken aan het werk van Burne-Jones, en de sprookjesachtige fantasie-landschappen lijken op die van Gustave Moreau. Wel bleef hij trouw aan de voor hem kenmerkende donkere kleurschakeringen met overwegend blauw, violet, oudroze en kersenrood waar vaak een dreigend zwart doorheen schijnt.

Bronnen: 

Literatuur
- Russisch symbolisme
Symbolisme, bijzonder eigenzinnig Rusland
De spiegel en de barst 
- Russische literatuurgeschiedenis deel 1 - Willem G. Weststeijn

Schilderkunst: 
- Symbolisme, bijzonder eigenzinnig Rusland
Een verdrietige demon, de onaardse schilderijen van Michail Vroebel

Hiermee sluiten we dit tweeluik af en hopen voldoende stof aangeleverd te hebben om inspiratie op te doen. Misschien (virtueel) een museum bezoeken en/of een greep doen uit de genoemde literatuur? We horen graag welke kunstenaars ook thuishoren in dit artikel en of jullie van plan zijn een boek op te pakken. Wat te denken van Petersburg - Bely?



Reacties op: Symbolisme deel 2

Meer informatie

Gerelateerd

Over

William Butler Yeats

William Butler Yeats

In 1923 won William Butler Yeats de Nobelprijs voor literatuur voor zijn altijd ...

Oscar Wilde

Oscar Wilde

Oscar Wilde (1854-1900) was een Ierse schrijver. Hij woonde echter een groot ged...