Blogpost:
Ton van der Molen
Met Armando in de trein
Ik ben het eens met het tweede deel van zijn bewering: het is één van de belangrijkste bundels. Want wat mij betreft moet Gedichten van Vaandrager zijn toppositie delen met Verzamelde gedichten van Armando uit 1964 en Deze kant boven van C. Buddingh’ uit 1965. Ik kocht ze alle drie direct bij verschijnen, van geld dat ik op mijn zestiende tot negentiende eigenlijk niet had. Maar dit was dan eindelijk poëzie naar mijn hart!
‘… ik wilde de nieuwe Vaandrager worden’ schrijft Ten Haaf (en dat is hem wonderwel gelukt), ikzelf wilde de nieuwe Buddingh’ worden (maar die wens verdween binnen enkele jaren).
Op een ‘propaganda-avond’ (geen idee waarom het zo heette) van Het Wageningsch Lyceum presenteerde ik in 1965 samen met klasgenoot Bert Boerwinkel, zoon van de conrector, Armando’s cyclus September in de trein.
- wat slingert dit rijtuig, hè.
- nou.
- je kan merken dat het het laatste is.
- ja.
- ja, d'r zit niks meer achter, hè.
Berts broer Frits zorgde voor treingeluiden tussen de verschillende onderdelen van de cyclus. Het was een overweldigend succes: we lieten de meeste medeleerlingen en docenten in volledige verbijstering achter.