Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

Hebban interviewt Boek van de Maand-auteur Ayobami Adebayo

door Wilke Martens 12 reacties
'Alles wat had kunnen zijn' van Ayọ̀bámi Adébáyọ̀ is het eerste Hebben Boek van de Maand. Uit al het moois wat deze maand verscheen, koos de Hebban Crew deze weergaloze roman. Hoog tijd om de Nigeriaanse schrijfster zelf te vragen wat haar boek zo bijzonder maakt. Hebban vroeg haar naar haar personages, hoe het boek is ontstaan en haar leven als schrijver.

Niet alleen door de Hebban Crew werd Alles wat had kunnen zijn goed ontvangen, ook internationaal kreeg de tweede roman van Ayọ̀bámi Adébáyọ̀ lovende kritieken. 'Als je zo lang aan een boek hebt gewerkt, is het geweldig om zulke reacties te krijgen,' vertelt de Nigeriaanse schrijfster tijdens een videocall. 'Ik ben er erg dankbaar voor dat het boek iets losmaakt, op zoveel verschillende plekken in de wereld. Ik ben erg blij dat ik heb doorgezet om het boek af te maken, want ik had bijna de handdoek in de ring gegooid.'

Het bleek geen eenvoudige klus om de complexe, lijvige roman af te ronden. 'Het duurde even voordat ik doorhad hoe alle bewegende elementen uit het verhaal in elkaar grepen,' vertelt Adébáyọ̀. 'De plot van dit boek is veel uitgebreider dan dat van mijn eerste boek. Ook de scope en ambitie van het verhaal zijn veel groter. Het was een uitdaging om alle perspectieven op elkaar te laten aansluiten en om alles te laten werken zonder de lezer te verliezen. Het heeft me jaren gekost om het boek af te ronden. Jaren waarin ik regelmatig dacht dat het nooit zou lukken en ik overwoog om iets heel anders te gaan schrijven. Gelukkig ben ik trouw gebleven aan dit verhaal.'

Hebban Boek van de Maand ~ September

Alles wat had kunnen zijn

Ayọ̀bámi Adébáyọ̀, vertaald door Elvira Veenings

De vader van Eniolá is zijn baan kwijtgeraakt en daarom doet hij klusjes voor de kleermaker, verzamelt hij kranten en bedelt hij als het niet anders kan, dromend van een mooiere toekomst. Wúràolá is een veelbelovende jonge arts in opleiding en de perfecte dochter van een rijke familie. Ze moet niet alleen aan de verwachtingen van haar ouders en die van haarzelf voldoen, maar ook aan die van haar wispelturige verloofde Kúnlé, de zoon van een opkomend politicus. Wanneer een politicus Eniolá ronselt om voor hem te komen werken, raken de levens van Wúràolá en Eniolá met elkaar verweven.

Lees meer over het Boek van de Maand

Dichtbij, maar niet zien

Het idee voor dit verhaal kreeg Adébáyọ̀ toen ze op een dag in de taxi van werk naar huis zat. 'Dat was bijna tien jaar geleden,' vertelt ze. 'Ik werkte als onderzoeksassistent bij een ingenieursbureau. Omdat het verkeer op de normale route heel erg druk was, besloot de chauffeur een andere route te nemen. We reden door een sloppenwijk en wat ik daar zag, raakte me enorm. Ik was vooral geraakt door het besef dat ik al twee decennia in dezelfde stad woonde, zonder hier ooit eerder te zijn geweest. Ik vroeg me af hoe het toch mogelijk is dat mensen zo dicht bij elkaar in de buurt wonen, maar elkaar nooit zien.'

'Het is ongelooflijk hoe de samenleving geen oog heeft voor zwakkeren en hen zelfs wreed behandelt.'

Adébáyọ̀ dacht dat alleen een klassensysteem zoiets mogelijk maakte, maar besefte dat hetzelfde principe op allerlei verschillende niveaus speelt. In Alles wat had kunnen zijn wonen de families van de hoofdpersonen, Eniolà en Wúràolá, in dezelfde stad. Maar we zien hen op verschillende plekken, ze leven drastisch verschillende levens. Ze wonen bij elkaar in de buurt, maar zien elkaar niet. En datzelfde gebeurt eigenlijk soms ook binnen families. Familieleden wonen in hetzelfde huis, bevinden zich soms zelfs in dezelfde kamer, maar zien elkaar niet echt. Het moderne leven is op zo’n manier gestructureerd dat mensen geen tijd meer hebben om de mensen van wie ze houden écht te zien. Dat idee heeft het verhaal in beweging gezet.'

Het verhaal begon allemaal met Eniolà. 'Tijdens die taxirit zag ik iemand die Eniolà had kunnen zijn,' zegt Adébáyọ̀, 'maar voor de rest is hij helemaal aan mijn verbeelding ontsproten. Ik begon met het beschrijven van zijn leven en alle andere personages zijn daar eigenlijk uit voortgekomen, omdat ze op een bepaalde manier interactie met hem hadden. Alle andere personages kwamen echt na hem.'

Personages zijn voor Adébáyọ̀ het allerbelangrijkste aan een roman. 'Als je personages beschrijft, moet je dat op zo’n manier doen dat lezers een mens van vlees en bloed voor zich zien,' legt ze uit. 'Het belangrijkste is dat je ze niet ontmenselijkt, bijvoorbeeld door maar een paar aspecten van iemands leven te beschrijven. Alles wat om een personage heen hangt, is onderdeel van het verhaal. Bij Eniolà vroeg ik me bijvoorbeeld af welke dromen een tienerjongen als hij zou kunnen hebben. Wat vindt hij leuk om te doen? Welk fruit vindt hij het lekkerst? En hoe voelt hij zich als zijn vader zijn baan verliest en daardoor geen vader meer voor hem is? Ik denk over al dat soort vragen na om een personage te kunnen opbouwen.'

Eigen richting

Door die aanpak komen ook minder mooie kanten van het leven realistisch aan bod. 'Als ik fictie schrijf, schrijf ik over mensen,' legt Adébáyọ̀ uit. 'En die mensen maken deel uit van een samenleving. Daar gebeuren mooie dingen, maar ook heel lelijke dingen zoals huiselijk geweld, corruptie, armoede. Maar het boek gaat uiteindelijk helemaal niet over die thema’s, het gaat over de mensen bij wie dat een onderdeel van hun leven is.'

Soms zijn dat ronduit schokkende onderdelen van hun leven. Zo wordt Eniolà op school afgeranseld omdat zijn ouders het schoolgeld niet hebben betaald. 'Mensen die in Nigeria in armoede leven ervaren dagelijks immense wreedheid,' zegt Adébáyọ̀. 'Het is belachelijk dat kinderen gestraft worden als hun ouders het schoolgeld te laat betalen, waar ook de ouders vaak maar weinig aan kunnen doen. Ik wilde dit aankaarten in de roman door de personages er hun vraagtekens bij te laten zetten. Het is ongelooflijk hoe de samenleving geen oog heeft voor zwakkeren en hen zelfs wreed behandelt.'

'Mensen maken deel uit van een samenleving. Daar gebeuren mooie dingen, maar ook heel lelijke dingen.'

Hoe goed Adébáyọ̀ haar personages vooraf probeert te leren kennen, ze blijven haar toch verrassen tijdens het schrijfproces. 'Dat doen ze altijd!', lacht ze. 'Meestal heb ik wel een idee van wat er in de eerste dertig tot vijftig procent van de roman gaat gebeuren. Tegen de tijd dat ik daar aankom, zijn de personages zodanig zichzelf geworden dat ze beslissingen nemen die ik niet had verwacht. Zelfs als ik iets anders in gedachten had, volg ik hun richting. Ik had bijvoorbeeld niet verzonnen dat Eniolà’s moeder ooit zou gaan bedelen, maar dat idee kreeg ze zelf toen ze haar broer opzocht. Ik moest daar wel in meegaan.'

De inspiratie voor haar personages komt eigenlijk ook nooit uit Adébáyọ̀ zelf. 'Al mijn personages zijn heel anders dan ik,' vertelt ze. 'Mijn eerste boek ging over een stel dat geen kinderen kan krijgen, maar ik zat nog op de universiteit, was niet getrouwd en had weinig levenservaring. Ik heb wel altijd een nieuwsgierigheid gevoeld naar de levens van andere mensen. Dat wil niet zeggen dat het makkelijk is om in het hoofd van je personages te kruipen, maar wel heel leuk.'

Geboren schrijver

Adébáyọ̀’s nieuwsgierigheid uitte zich al van jongs af aan in schrijven. Ze wist al dat ze schrijver wilde worden en koos voor een opleiding creatief schrijven. 'Toen ik negen was schreef ik al notitieboekjes vol,' herinnert ze zich. 'Sinds die tijd schrijf ik elke dag: gedichten, of losse scènes, ook wel korte verhalen en een keer een toneelstuk. Er waren ook altijd boeken in huis, dus ik las ook heel veel. Ik zat veel in de schoolbibliotheek, waar de Britse klassiekers lagen zoals Oliver Twist en Grote verwachtingen. Mijn vader bracht kinderboeken mee van Nigeriaanse schrijvers, zoals Sugar Girl en Koku Baboni van Kola Onadipe en Without a Silver Spoon van Eddie Iroh. Later ging ik ook boeken lezen van Chinua Achebe, Buchi Emecheta, T.M Aluko en Ama Ata Aidoo. Nu lees ik boeken als Sankofa van Chibundu Onuzo, Dit soort kleinigheden van Claire Keegan en Blijf mij nabij van Elizabeth Strout.'

Met twee eigen romans op haar naam, en een derde in de maak, is de droom van Adébáyọ̀ om schrijver te worden gelukt. 'Schrijven is toch altijd een eenzame bezigheid,' zegt ze. 'Of je nou met je eerste, of je derde, of tiende boek bezig bent: het is iets tussen jou en de pagina. Je probeert iets te creëren. Bij mijn eerste boek voelde ik me af en toe echt hopeloos, alsof ik het nooit af zou krijgen. Gelukkig had ik dit bij het tweede boek minder, ook al was het soms heel zwaar. Ik had wel het vertrouwen dat ik het kon afronden, dat er een moment zou komen dat alles uitgekristalliseerd was. Wat wel een grote verandering is, is dat ik nu weet dat ik lezers heb. Dat er mensen zijn die mijn eerste boek gelezen hebben, op het tweede hebben gewacht en het gaan lezen. Daar ben ik heel erg dankbaar voor.'

Hebban Boek van de Maand Challenge en leesclub

Het Hebban Boek van de Maand staat de hele maand in de schijnwerpers. Zo kun je meedoen aan de Boek van de Maand Challenge, waarbij je tot eind 2024 alle zestien gekozen boeken met ons meeleest in je eigen tempo. Ook organiseren we een leesclub met de roman: sluit aan met je eigen exemplaar uit de bibliotheek of lokale boekhandel! Meld je in het Leescafé en discussieer met je medelezers over dit prachtige Boek van de Maand.

Naar de challenge Naar de leesclub Download de leesclubvragen

Auteursafbeelding: © Emmanuel Iduma



Over de auteur

Wilke Martens

78 volgers
81 boeken
4 favoriet


Reacties op: Hebban interviewt Boek van de Maand-auteur Ayobami Adebayo

 

Gerelateerd

Over

Ayobami Adebayo

Ayobami Adebayo

Ayọ̀bámi Adébáyọ̀ studeerde Engels en Literatuur en heeft een Master in Creative...