Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

Alice Roberts: 'Ik zag mijn sterfelijkheid onder ogen'

door Gijs Reudink 6 reacties
Dr. Alice Roberts is dokter, anatoom, en paleoantropoloog, verbonden aan de Universiteit van Birmingham. In haar laatste boek 'Het ongelooflijke toeval van ons bestaan' betoogt ze op overtuigende wijze, dat we niet alleen over onszelf kunnen leren door dergelijke opgravingen, hoe nuttig ze ook zijn. Een andere route om meer te begrijpen over onszelf, over evolutie en over onze relatie tot andere organismen is het vergelijken van embryonale processen van mensen en andere dieren. Hebban interviewde haar tijdens een kort bezoek aan Nederland.

Dr. Roberts, uw boek Het ongelooflijke toeval van ons bestaan geeft een fascinerend inzicht in de ontwikkeling van het menselijk lichaam. Waarom heeft u heeft u dit boek geschreven en voor wie?

'Ik probeer mijn boeken voor een zo breed mogelijk publiek te schrijven. Ik werk al jaren als Universitair docent en vond het jammer dat je de fantastische verhalen over embryologie en anatomie alleen kon horen als je biologie, geneeskunde of zo iets studeert. Omdat ik denk dat deze verhalen voor iedereen interessant kunnen zijn, heb ik ze opgeschreven op een voor iedereen begrijpelijke manier, zonder al te veel jargon.'  

Wat is uw belangrijkste boodschap?

'Twee zaken eigenlijk. Ten eerste zien we de mens vaak als apart van de rest van de natuur. Biologie laat ons zien dat dat niet klopt. De natuur, alles op deze planeet, is een prachtige grote vertakkende boom die zeer divers is. Wij zijn maar een paar van de twijgjes op die levensboom. Dat we onderdeel van de natuur zijn, dat is een belangrijke boodschap. Ten tweede wil ik illustreren dat we het bestaan en de ontwikkeling van evolutie niet alleen met behulp van fossielen kunnen aantonen, maar dat er bewijs voor evolutie te vinden is in onze eigen levende lichamen. Als je de anatomie van verschillende volwassen dieren vergelijkt dan vind je die bewijzen. Als je kijkt naar embryo’s die zich ontwikkelen, dan vind je nog meer bewijs voor evolutie. En het decoderen van hun genoom levert nog meer bewijs.'  

Wat zijn belangrijke ontwikkelingen in de anatomie?

'Belangrijk is de recente ontwikkeling van het samenbrengen van verschillende wetenschappelijke disciplines. In 19e en 20e eeuw zagen we steeds meer wetenschappelijke specialisatie. Het is geweldig om te zien dat er nu een heleboel wetenschappers werken in teams van specialisten uit verschillende vakgebieden. We kunnen een heleboel nieuwe ontdekkingen verwachten door het bij elkaar brengen van onderzoekers op de gebieden van anatomie, morfologie, paleontologie, genetica en embryologie. De digitale revolutie maakt het tegenwoordig mogelijk om samen te werken met collega’s van verschillende instituten van over de hele wereld.'  

Onlangs ontdekten wetenschappers in Zuid-Afrika een nieuwe mensensoort, de Homo Naledi. Hoe belangrijk is die ontdekking voor je werk?

'Het is fantastisch nieuws. Meestal vinden we een of twee botfragmenten, hier zijn honderden botten gevonden van zo’n elf individuen. We kunnen daardoor individuele variatie bestuderen, wat erg goed nieuws is. Homo Naledi laat een nieuwe combinatie van fysieke kenmerken zien, die we hiervoor nog niet kenden.'

In uw boek beschrijft u de processen die plaatsvinden vanaf het moment van conceptie tot aan de geboorte van een baby. In menselijke embryo’s vinden we bijzondere fysieke eigenschappen die we delen met onze voorouders. Een voorbeeld zijn kieuwbogen. We hebben geen kieuwen meer nodig voor ademhaling, waarom zijn ze nog steeds aanwezig?

'Als je kijkt naar volwassen dieren (inclusief mensen), dan vind je overeenkomsten. De structuur van onze handen kan je vergelijken met de voorpoot van een mol of de botstructuur van een vleermuis. Maar als je terugkijkt in de embryonale ontwikkeling dan zie je ook overeenkomsten, die later overbodig worden of verdwijnen. Deze laten zien hoe we verbonden zijn met andere dieren. Als we zo’n 370 miljoen jaar terugkijken dan zien we visachtige voorouders. Sporen daarvan zien we terug in onze embryo’s. In de vroege ontwikkeling van onze nek en ons gezicht vind je kieuwbogen, die lijken op de kieuwbogen in embryo’s van vissen. Ook zie je bijvoorbeeld dat de nek van een menselijk embryo en die van een haaienembryo sterke overeenkomsten vertonen.'

Wat zeggen deze inzichten ons over evolutie?

'Ze zijn bewijs voor evolutie. Er is geen reden voor deze kieuwbogen om er te zijn, tenzij we visachtige voorouders hadden. Soms zie je structuren zich ontwikkelen in een bepaalde richting, bijvoorbeeld kieuwen, om dan toch te veranderen in iets anders. Ook zie je soms dat een ontwikkeling niet doorzet en dat de aanpassingen weer helemaal verdwijnen. Menselijke embryo’s hebben bijvoorbeeld een dooierzak. Maar menselijke embryo’s voeden zich door een placenta en worden niet in een ei geboren. Daarom verdwijnt de dooierzak later in de ontwikkeling. We vinden ze bij pasgeboren baby’s niet meer terug.'

In evolutietheorie is sprake van twee begrippen: fenotypische adaptatie en genetische mutatie. Kunt u deze twee begrippen en hun samenhang toelichten?

'Ze staan centraal in een van de meest aansprekende ideeën in hedendaagse biologie. Het is niet zo dat Darwin geen gelijk had of dat de moderne synthese van evolutieleer en genetica niet klopt. Wel moeten we evolutie op een iets genuanceerdere manier bekijken. Het is complexer dan we tot nu toe dachten. We dachten lange tijd dat iets wat nieuw is qua vorm of functie alleen door genetisch mutatie kan ontstaan. Maar naast mutatie ontstaan veel nieuwe vormen of functies door stimuli uit onze externe omgeving. We veranderen daarnaast zelf onze omgeving. Organismen die beter bij die veranderende omgeving passen, zullen overleven. Fenotypische adaptatie wil zeggen dat een lichaam niet volledig is gedetermineerd door onze genen, ze bieden slechts een serie mogelijkheden. We kunnen ons dan ook enigszins aan onze omgeving aanpassen, bijvoorbeeld door onze spiermassa te vergroten door veel te sporten. Het staat niet genetisch vast hoe groot onze spieren zijn. Een ander aspect van fenotypische adaptatie is gedrag als stimulus voor verandering. Gedragsverandering heeft een effect op de manier waarop natuurlijke selectie werkt op een organisme. We moeten dan ook meer aandacht besteden aan de rol van gedrag als een bron van vernieuwing. Alles wat we doen om onze kansen op overleven te vergroten is te vergelijken met wat andere dieren doen. We leggen een buffer aan tussen onszelf en onze omgeving. Richard Dawkins noemt dit het extended phenotype. Dit gedrag wordt niet door ons lichaam begrensd, een vos graaft bijvoorbeeld een hol om zich te beschermen tegen de kou. Geneeskunde is niets anders dan een geavanceerde variant daarop. Sommige mensen vinden moderne geneeskunde gevaarlijk, omdat we daarmee de effecten van natuurlijke selectie verminderen en dat zou een slechte ontwikkeling zijn. Maar het is juist geweldig dat we er zo in slagen het proces van natuurlijke selectie te remmen. Natuurlijke selectie is namelijk niets anders dan de dood zelf. Het lijkt me geen slechte ontwikkeling bijvoorbeeld, dat we kindersterfte in westerse landen drastisch hebben doen afnemen.'

Welke rol moeten wetenschappers spelen bij het ontwikkelen van beleid?

'Wetenschappers hebben een belangrijke rol in het verbeteren van de kwaliteit en de kwantiteit van menselijk leven. We moeten daarvoor zoveel mogelijk zogenaamd “evidence-based” geneeskunde toepassen. In het Verenigd Koningrijk wordt gediscussieerd over het vergoeden van homeopathische geneesmiddelen. Ik vind dat mensen er zelf voor mogen kiezen om ze aan te schaffen, maar niet dat we belastinggeld moeten uitgeven aan dit soort middelen die niet beter werken dan placebo’s. We hebben geen onbeperkte financiële middelen, dus zullen we alleen moeten investeren in medische interventies die werken en geen geld verspillen aan interventies die niet werken. Het is mijn taak als vertegenwoordiger van wetenschap om wetenschappelijk bewijs te presenteren en aan de mensen zelf om te besluiten of ze dit bewijs accepteren of niet.'

Groeit het aantal mensen met een wetenschappelijk wereldbeeld?

'In het Verenigd Koninkrijk zien we steeds meer aanhangers van een seculier mensbeeld en van het humanisme. Maar als je mensen er naar vraagt, beschrijven ze zich veelal als christelijk, maar zonder geloof. Dat is een interessante ontwikkeling. Ik denk overigens niet dat geloof een gevaar hoeft te zijn voor wetenschap. Er zijn veel rationele wetenschappers die geloven. Zelf ben ik humanist en atheïst. Voor mij persoonlijk zijn de rationele benadering en de religieuze benadering tegenstrijdig aan elkaar. Maar ik heb zeker respect voor mensen die religieus zijn en daarnaast de wereld rationeel benaderen.'


Hoe kunnen we er voor zorgen dat mensen evolutie beter begrijpen? 

'Ten eerste door zo vroeg mogelijk te beginnen. In het Verenigd Koninkrijk is evolutieleer onlangs toegevoegd aan het lagere school curriculum. Ik ben daar zeer blij mee. Omdat het een complex concept is, moeten we het stapje voor stapje duidelijk maken aan leerlingen. Daarnaast zullen we gebruik moeten maken van verhalen en metaforen en verbindingen leggen met andere ideeën en theorieën. We proberen betekenis te vinden in de wereld om ons heen, mede daarom zijn er nog steeds religies. Maar die behoefte aan betekenis is ook onderliggende motivatie voor het beoefenen van wetenschap. We willen niet alleen begrijpen waarom iets op een bepaald moment plaatsvind, maar zoeken naar het antwoord op een diepere vraag naar het waarom.'

Was die behoefte ook uw reden om wetenschapper te worden?

'Dat denk ik wel, maar voor mij gaat het ook om het ontdekken van de details en complexiteit en om het begrijpen waarom we bestaan, zonder dat er een reden zou zijn voor mij persoonlijk om te bestaan. Die is er namelijk niet. Als we de evolutie opnieuw zouden doen, dan zou het heel onwaarschijnlijk zijn dat er mensen op aarde zouden verschijnen. Doordat we behoefte hebben aan betekenis, hechten velen ook aan een beeld van evolutie als iets doelgerichts, maar ook dat klopt niet. Evolutie gaat allerlei verschillende kanten op tegelijkertijd. We hebben moeite om ons te ontdoen van het waanidee dat evolutie een doel heeft, dat het lineair verloopt. Daarom haat ik het veelgebruikte plaatje van de “march of progress” wat begint met een chimpansee als voorouder en dan in een paar stappen gradueel in een mens verandert. Deze gedachte stamt nog uit de tijd voor de evolutietheorie. Het heersende beeld was toen, dat we alle organismen konden ordenen in mate van complexiteit, met de mens aan de top. Maar als je kijkt naar evolutie, dan zie je een boom met takken die alle kanten op staan, geen rechte lijn. Als alternatief heeft Het Hills Laboratory van de University of Texas een circulaire levensboom gemaakt. Elke twijg representeert een levende soort en is gelijkwaardig aan al de andere twijgen. Het illustreert mijn boodschap dat we niet apart bestaan naast de natuur, maar er onderdeel van uitmaken.'

U hebt verschillende malen MRI-scans en andere medische onderzoeken ondergaan voor televisieprogramma’s over het menselijk lichaam. Hoe heeft u dit ervaren?

'Het was erg spannend, ik zou het niemand aanraden om zich zonder medische reden te laten scannen. Het is nog niet altijd duidelijk, hoe we de uitkomsten van dergelijke tests moeten interpreteren. Er is altijd de kans dat we iets vinden wat gevaarlijk lijkt, maar het niet is. Ook zijn er allerlei risico’s verbonden aan onnodige behandelingen. We moeten dan ook erg voorzichtig zijn met het beleid op het gebied van scannen.'

Maar we kunnen dergelijke technologische ontwikkelingen toch niet tegengaan?

'Nee, maar dat zou ook niet goed zijn. De technische ontwikkelingen gaan heel snel en de medische ethiek moet zich hier nog ontwikkelen.'

Is uw zelfbeeld veranderd door al de onderzoeken op uzelf?

'Ik had een 3d-print van mijn schedel laten maken en werd nogal emotioneel toen ik die uitpakte. Ik zag mijn sterfelijkheid onder ogen en stelde voor dat ik er over honderd jaar zo uit zou zien.'

Waaraan werkt u op dit moment?

'Ik ben net klaar met het schrijven van een boek en het produceren van een televisieserie voor de BBC over de Kelten.'

Ben je nieuwsgierig geworden naar De ongelooflijke toeval van ons bestaan? We verloten één exemplaar onder de geïnteresseerden die onder dit artikel gemotiveerd aangeven het boek graag te willen hebben.



Over de auteur

Gijs Reudink

16 volgers
92 boeken
4 favoriet


Reacties op: Alice Roberts: 'Ik zag mijn sterfelijkheid onder ogen'

 

Gerelateerd

Over

Alice Roberts

Alice Roberts

Dr. Alice Roberts (1973) is dokter, anatoom en paleoantropoloog. Ze is verbonden...