Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Hebban vandaag

Interview /

Milou van der Will: 'Het is shocking wat voor gekke, foute dingen mensen kunnen doen.'

Begin deze maand overhandigde Milou van der Will tijdens Manuscripta het eerste exemplaar van haar thriller 'In mijn bloed' aan Simone van der Vlugt. Welgemeende, hartelijke en ontroerende woorden gingen over en weer. Simone spoorde Milou ooit aan tot schrijven, en zo debuteerde Milou op haar 25e met de thriller 'Rood licht'. Nog geen vier jaar later heeft ze een young adult roman op haar naam staan (Breekijzer, 2012) en de met lof overladen psychologische roman 'Een enkeltje Venus' (2013). Milous schrijftempo ligt hoog: 'In mijn bloed' is de eerste thriller in een reeks rond misdaadjournaliste Benthe Berg, in het voorjaar van 2015 komt deel twee uit.



Een serie aankondigen, is dat niet erg gedurfd?
“Dat valt mee. Ik had al vrij snel de ideeën voor een tweede en een derde boek op papier staan. Daarover zijn intussen ook afspraken gemaakt met de uitgever. Verder dan deel drie wil ik niet vooruit kijken. Dat vind ik ook gevaarlijk, je op die manier vastleggen. Blijf ik bij Benthe, schrijf ik daarna weer een standalone, misschien even geen thriller, ik weet het niet. Er liggen genoeg ideeën op de plank, van fictie tot non-fictie.”

Wanneer wist je dat Benthe genoeg in zich had om er een serie van te maken?
“Nog voordat Benthe op het toneel verscheen, stond het thema van dit boek vast. Ik stuitte op een pedo-zaak in een klein dorpje. Ik vond het fascinerend dat er door een bepaalde ‘dorpscultuur’ een situatie kan ontstaan waarin mensen het belangrijker vinden de schijn op te houden dan te luisteren naar hun onderbuik. Waarin ontkennen het wint van erkennen. Ik wilde er iets mee, maar wist nog niet in wat voor vorm ik het moest gieten. Daarnaast liep ik al een poosje rond met het idee van een thriller met een misdaadjournaliste in de hoofdrol. In mijn hoofd kwam Benthe tot leven. Ineens besefte ik dat ik Benthe en dat thema in elkaar kon schuiven. Alle puzzelstukjes vielen op z’n plek toen ik wat scènes ging schrijven en merkte dat het gewoon klopte. Ik leerde Benthe steeds beter kennen, en gaandeweg besefte ik dat ik langer bij haar wilde blijven. Ik ben van die vrouw gaan houden! Let wel: waar Benthe tegenaan loopt in het overigens fictieve plaatsje Ringerdam, geldt natuurlijk niet per definitie voor elk dorp.”

Met Benthe als hoofdpersoon staan voor je volgende boek al een heleboel zaken vast. Maakt het dat makkelijker of leg je jezelf daarmee ook een soort beperking op omdat je niet meer letterlijk álle kanten uit kunt?
“Ik weet niet of het makkelijker is, maar ik voel in elk geval geen beperking. Er kan nog van alles met Benthe gebeuren, al heeft ze in In mijn bloed wel heel veel voor haar kiezen gekregen. Uiteraard blijft haar privéleven een rol spelen, want dat maakt een karakter menselijk, geloofwaardig. Maar als je alleen ‘Benthe Berg, de journalist’ zou volgen, verlies je op een bepaald punt de interesse, denk ik. Dat zou te eenzijdig zijn.”

De plot van Rood licht, jouw debuut uit 2010, werd nog als ‘vrij eenvoudig’ beschreven op Crimezone. Van eenvoud is nu geen sprake meer. Hoe omschrijf je zelf de ontwikkeling die je hebt doorgemaakt de laatste vier jaar?
Rood licht was het verhaal dat ik op dat moment graag wilde vertellen. Het verhaal leende zich uiteindelijk het beste voor een thriller, maar ik heb het nooit van tevoren zo opgezet. Ik kan me voorstellen dat de echte thrillerfanaat een ingewikkeldere plot verwachtte…”

Ik heb niet gezegd dat ingewikkelder per definitie beter is…
“Da’s waar. Ik denk wel dat ik inmiddels gegroeid ben in het thrillergenre, misschien juist wel doordat ik tussendoor nog een roman heb geschreven. Daarbij word je ouder, je leert meer, krijgt meer ervaring. Ik denk dat je met elk boek groeit, zo is het in elk geval met mij gegaan, zowel wat betreft structuur en plotopbouw als qua schrijfstijl. Ik werk nu veel gestructureerder, al moet je jezelf wel de ruimte geven om tijdens het schrijfproces flexibel te blijven. Met Rood licht ben ik destijds gewoon vooraan begonnen en heb afgewacht waar de flow me naartoe leidde. Maar nadat ik het contract had getekend, zijn we met dat manuscript bijna weer van voren af aan begonnen. Toen merkte ik hoe geweldig het is om te mogen samenwerken met een professionele redacteur; zo iemand is echt onmisbaar.”

Heb je naast je redacteur nog andere sparringpartners?
“Ik vind het erg leuk, vooral in de beginfase, om met mijn man te brainstormen over mijn plannen met een verhaal. Dat soort gesprekken geven me vaak weer nieuwe inzichten, nieuwe ideeën.”

Thrillers voor, door en over vrouwen zijn ongekend populair. Maar als ik jou hoor vertellen dat je het genre vaak pas bepaalt als je het thema hebt, ben jij geen typische ‘vrouwenthrillerauteur’.
“Ik denk het niet, nee. Bij mij gaat altijd het verhaal voor; het plaatje moet kloppen. Daarom werd mijn vorige boek, Een enkeltje Venus, een roman. Voor het verhaal van een transvrouw vond ik het thrillergenre niet geschikt. En om eerlijk te zijn maakt het me niet zoveel uit hoe mijn boeken genoemd worden, zolang mensen mijn boeken maar lezen en ervan genieten. Daarnaast schrijf ik graag over actuele, maatschappelijke thema’s. Ik vind het een uitdaging om een spannend, toegankelijk boek te schrijven dat toch ergens over gaat. Dat het een pageturner is, maar wel blijft hangen. Boeken met een vrouw als hoofdpersoon, zoals bij Rood Licht en nu ook bij In mijn bloed, spreken misschien meer vrouwen aan omdat de lezer zich wil kunnen identificeren. Zo zag je dat Breekijzer, met een achttienjarige jongen in de hoofdrol, vooral young adult aansprak. Aan de andere kant kreeg ik bij Rood licht opmerkelijk veel reacties van vrouwen die zeiden: je hebt mijn man aan het lezen gekregen. Dus…”

Je schrijft vrijwel altijd over actuele, maatschappelijke thema’s. Ik neem aan dat daar veel research bij komt kijken.
“Dat klopt, maar die research is niet altijd zo spannend als mensen denken. Het is vooral lezen, lezen en nog meer lezen. Verder heb ik voor In mijn bloed meegelopen met een internetrechercheur. Dat was behoorlijk confronterend, maar ook erg nuttig, omdat je met eigen ogen ziet wat voor gekke, foute dingen mensen kunnen doen. Ik zat als een dwaas voor me uit te staren op de terugreis. Wat ik vooral shocking vond: ik heb gezien hoe de rechercheur als een dertienjarig meisje een chatroom in ging en er binnen no time een stuk of wat oudere mannen een gesprek met dat meisje aanknoopten. Het ging vrijwel meteen expliciet over seks. Grooming, zoals ze dit fenomeen noemen, gebeurt op grote schaal. Net als het downloaden van kinderporno trouwens.”

Je omschrijft jezelf op je website als ‘een soort-van-kluizenaar’ als je midden in het schrijfproces zit. Hoe gaat dat in z’n werk en wat merken jouw man en zoon van jouw flow?
“Het liefst zou ik me dan dagenlang opsluiten om van negen uur ’s morgens tot twaalf uur ’s avonds te schrijven. Tijdens het schrijven van mijn vorige boek ben ik een maand in Parijs geweest en dan maakte ik stiekem wel van dat soort dagen. Dat zat er met In mijn bloed niet in; mijn zoontje van anderhalf gaat wel naar het kinderdagverblijf en naar oma, dus ik draai gewoon achturige werkdagen. Ook in dat opzicht is schrijven gewoon werken! En soms is het hard bikkelen, maar je hebt ook periodes waarin het gewoon heel lekker gaat. Het is fijn om in zo’n flow te zitten. Het liefst wil je dan aan één stuk doorgaan om die flow niet kwijt te raken, maar ja, dat kan in de praktijk niet. Ik denk trouwens niet dat mijn man en zoontje er veel last van hebben. Misschien ben ik wat afwezig, maar daar blijft het ook bij. Ik lijk dan nog steeds te functioneren!”

Het volgende Benthe-boek komt in het voorjaar van 2015 uit. Ben je al een eindje en kun je een tipje van de sluier oplichten?
“Klopt. Moet ik wel een beetje doorschrijven… Ik ben druk bezig de plot uit te werken. Daarnaast schrijf ik zo hier en daar een scène om te kijken hoe het voelt en om er een beetje in te komen. Dat vind ik altijd heel fijn werken. Zo had ik de slotscène van In mijn bloed al in een heel vroeg stadium af: zoiets geeft een stuk ontspanning. Je komt lekker op gang, want je hebt de tone of voice al te pakken én je weet waar je naar toe wilt. Ik snap dat je een tipje van de sluier wilt, maar nee, daar ga ik nog niets over zeggen. Ik kan alleen zeggen dat ook het nieuwe boek een actueel maatschappelijk thema heeft. Over een maandje verschijnt de nieuwe catalogus van de uitgever. Daarin wordt het volgende deel aangekondigd, en tja, dan krijg je dus de titel en de flaptekst. Die informatie komt natuurlijk ook op mijn site www.milouvanderwill.nl te staan. Nog even geduld dus…”

Hm, als jij het zegt! Even over die site. Daar lijk je een lans te willen breken voor de fysieke boekhandel.
“Dat klopt. Weet je, ik heb niets tegen online shoppen, maar ik vind wel dat mensen zich te weinig realiseren dat de boekhandel om de hoek het niet gaat redden als we er nooit meer komen. Als je je boeken daar koopt of bestelt, steun je iets heel moois bij jou in de buurt. Ik vind het leuk dat veel boekhandels tegenwoordig iets extra’s doen met bijvoorbeeld een gezellige koffiecorner of toffe evenementen. Bovendien, de geur van een boekhandel, al die mooie boeken op een rij, de oase van rust…”

Daar zeg je wat: rust. Daar kom je nu niet aan toe.
“Nee, dat klopt. Ik ren van interview naar signeersessie naar borrel en weer terug. Dat de reacties behoorlijk positief zijn, is fijn. Het is altijd spannend hoe een boek wordt ontvangen, en tot nu toe heb ik niet te klagen. Maar hoe leuk al die aandacht ook is, het zal ook fijn zijn als de chaos voorbij is en ik weer door kan met schrijven. Ik verlang terug naar de schrijftafel, naar Benthe.”



Over de auteur

Jessie van Loon

16 volgers
138 boeken
2 favoriet


Reacties op: Milou van der Will: 'Het is shocking wat voor gekke, foute dingen mensen kunnen doen.'

 

Gerelateerd

Over

Milou van der Will

Milou van der Will

Milou van der Will (1985) is schrijver en freelance journalist. Ze begon haar jo...