Column /
Thrillerschrijvers bloggen: Proeflezers (93)

Anita: Al die pijn en moeite, slaande ruzie met de uitgeverij (grapje), huilbuien, woedeaanvallen en dreigementen voor niks!
Wat ik vind van proeflezers, Ingrid? Ik wou dat ik ze had! Maar helaas kun je ze niet ergens bestellen. “Doe mij maar een pond proeflezers, meneer. Nee hoor, een onsje meer is geen probleem.” Ik hoorde voor het eerst over het fenomeen proeflezers via Facebook. Verschillende schrijvers hadden het erover dat ze hun hoofdstukken naar proeflezers stuurden ter commentaar.
Ik was meteen jaloers. Hoe heerlijk moest het zijn om meteen feedback op het geschrevene te krijgen, zonder eerst een hele eerste versie te moeten schrijven en dan met klotsende oksels op het oordeel van je uitgever te wachten. In mijn directe omgeving heb ik geen mensen die als proeflezers kunnen fungeren, niets ten nadele van hen overigens. Ik ben niet anders gewend dan om het hele manuscript af te hebben en het in z’n geheel op te sturen. En nu bleek de mogelijkheid te bestaan om tussentijds al bij te sturen! Om vragen te stellen als: moet personage A zus of zo zijn? Is personage B geloofwaardig? Zal ik die plotwending daar doen, of daar? Is het spannend genoeg?
Mijn vierde boek, Anders, is bijna afgerond en toch ben ik niet op zoek gegaan naar proeflezers. Waarom niet? Omdat ik erachter kwam dat ik natuurlijk allang proeflezers heb, namelijk de mensen bij de uitgeverij. En ik hoef helemaal niet te wachten tot het hele manuscript af is, ik kan ook gewoon in de tussentijd hoofdstukken opsturen, besefte ik.
Heb ik dat gedaan dan? Eh nee, moet ik eerlijk bekennen. Wederom heb ik de eerste versie pas opgestuurd toen het helemaal af was. Ik denk dat die manier uiteindelijk het beste bij mij past. Het duurt bij mij een hele tijd voordat de plot en de personages vorm krijgen. Ik verander alles wel tig keer. Proeflezers zouden helemaal gek van mij worden. Versie dertig van hetzelfde hoofdstuk… ze zien me aankomen.
Of misschien ben ik bang dat ik te veel af zou gaan op het oordeel van de proeflezers? Hoewel… ik krijg regelmatig de vraag in hoeverre ik bij het schrijven ‘moet doen’ wat de uitgeverij zegt. Het antwoord is: niet. Ze lezen mee, zijn kritisch en doen suggesties, maar het is aan mij om daar iets mee te doen of niet. Dat zeggen ze er ook altijd heel duidelijk bij. In de meeste gevallen luister ik. Ik vind hun inbreng namelijk heel erg waardevol. Zelf ga je op een gegeven moment blindstaren. Zij hebben een frisse blik. Bij ‘Anders’ hebben de uitgever, hoofdredacteur en ik een paar keer flink gebrainstormd. Daarna kon ik weer met goede moed verder. Het gaf mij weer nieuwe perspectieven en inspiratie. Ik weet in ieder geval zeker dat mijn boeken zonder de inbreng van de mensen van de uitgeverij een stuk minder geslaagd zouden zijn.
Ingrid, in hoeverre heeft de uitgeverij een stem in wat jij schrijft?