Jonathon King (Lansing, Michigan), geboren in de jaren vijftig, is een Amerikaanse auteur van politiethrillers. Hij was bijna vijfentwintig jaar misdaad- en rechtbankjournalist voor onder andere Philadelphia Daily News, voordat hij begon met het schrijven van fictie. De zwarte kant van middernacht  (The blue eye of midnight, 2002) was zijn eerste misdaadroman. Hij schreef het manuscript toen hij zich twee maanden afzonderde in een berghut in North Carolina. 

In de meeste thrillers van King is zijn vaste personage Max Freeman, een ex-politieman uit Philadelphia. In 2015 verscheen in deze reeks het zevende deel, Don't lose her. Kings ervaringen als misdaadjournalist waren een goede voedingsbodem voor zijn boeken. Zo was hij aanwezig bij tientallen delicten, bij autopsies, zat hij urenlang in rechtzalen en bracht zelfs drie dagen vrijwillig door in de gevangenis. Ook interviewde hij slachtoffers, criminelen en getraumatiseerde familieleden. Een angstige ervaring was toen iemand een pistool tegen zijn hoofd drukte omdat hij verward werd met een cocaïnedealer.

In 2003 won King met The blue eye of midnight  de Edgar Allan Poe Award voor beste thrillerdebuut. Naast de Max Freeman-serie schreef hij ook enkele standalones. Een klein deel van zijn werk werd naar het Nederlands vertaald.