Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Blogpost: Deborah van Duin

De parallelle werelden van de Waterloper en de Harland

De Waterloper en de Harland Prijs zijn de twee grootste verhalenwedstrijden binnen het Nederlandstalige speculatieve genre. Omdat ik al langer het gevoel heb dat de wedstrijden verschillende soorten deelnemers trekken en ook verschillend beleefd worden, heb ik gekeken naar de editie 2023. Wat zien we voor wat betreft debutanten en ervaren wedstrijddeelnemers? Zijn de deelnemers vaak schrijvers die ook publiceren of juist niet, en doen ze ook mee aan niet-speculatieve wedstrijden? In dit artikel zet ik mijn bevindingen op een rijtje. Onderaan staat een korte verantwoording van de gevolgde werkwijze.

Aantallen inzendingen en deelnemers
Voor de Waterloper 2023 en de Harland 2023 zijn in totaal 243 verhalen ingezonden. De Waterloper is de kleinste van de twee wedstrijden: er deden 64 verhalen mee, waarvan er 12 om verschillende redenen gediskwalificeerd werden. Bij de Harland deden 179 verhalen mee, plus nog 6 gediskwalificeerde of teruggetrokken verhalen waarvan niet te zien is wie de schrijvers waren.

Als je kijkt naar het aantal individuele schrijvers dan zijn het er minder. Sommige schrijvers hebben namelijk meerdere verhalen ingezonden, soms bij beide de wedstrijden, waardoor het aantal per schrijver flink kan oplopen. Twee schrijvers zonden zelfs elk vijf verhalen in. Het totaal aantal individuele schrijvers dat ik heb geteld is 193, waarvan er 54 meededen met alleen de Waterloper, 139 met alleen de Harland en 11 met beide. Het verschijnsel co-productie treffen we alleen aan bij de Waterloper. Daar hebben in totaal 6 koppels deelgenomen, met in totaal 11 verschillende schrijvers. Sommige daarvan zonden ook solo in.
Al met al is de Harland is dus drie á vier keer zo groot als de Waterloper qua aantallen inzendingen en deelnemers.

De speculatieve arena: debutanten, wedstrijdrotten en scores
Het is mooi om te zien dat er veel debutanten waren, zowel bij de Waterloper als bij de Harland: samen 94, dus bijna de helft van alle deelnemers. Ze deden het ook bepaald niet slecht. De Waterloper werd zelfs gewonnen door een debutant, bij de Harland stond de hoogste op de 6e plaats. Onder de debutanten waren er ook veel die meerdere verhalen voor dezelfde wedstrijd inzonden.

Naast debutanten waren er ook inzenders die al eerder aan de Waterloper en/of Harland hadden meegedaan. Er waren 27 die voor het tweede achtereenvolgende jaar meededen, wat kan betekenen dat we een deel van de debutanten van 2023 komend jaar ook niet meer terugzien. Echte oude rotten zijn er natuurlijk ook. Er waren 15 schrijvers die nu voor het vierde achtereenvolgende jaar aan de Waterloper of de Harland meededen, of zelfs aan beide. Daar zitten twee koppels bij. Bij deze oude rotten lijkt de Waterloper naar rato populairder: van de 15 schrijvers deden er 5 enkel mee met de Waterloper, 6 met Waterloper en/of Harland, en slechts 4 met enkel de Harland. Of er sprake is van overstapgedrag over en weer is niet goed te bepalen vanwege de kleine omvang van het onderzoek, maar de overstap van Harland naar Waterloper lijkt vaker voor te komen.

Heeft dat iets met de scores te maken? Als je kijkt naar de 11 schrijvers die in 2023 meededen met zowel de Waterloper als de Harland dan scoorden 8 schrijvers beter met hun Waterloper-inzending. Bij 1 schrijver met meerdere inzendingen voor beide wedstrijden verschilde het, en 2 schrijvers zagen hun Waterloperverhaal gediskwalificeerd, waardoor er geen score is. Niemand scoorde dus beter met het Harlandverhaal. Dus misschien kiezen de schrijvers die al wat langer meedoen voor de wedstrijd waar hun verhalen het beste worden ontvangen.

Het bredere wedstrijdtoneel: thrillers en literair proza
De Harland wordt georganiseerd vanuit Hebban. Daar zijn nog twee andere verhalenwedstrijden: de Goeken Prijs voor het beste spannende verhaal en de Renate Dorresteinprijs voor het beste literaire verhaal. De Goeken heeft een voorloper in de vorm van de Zilveren Strop die in 2021 en 2022 draaide. De Dorrestein was er voor het eerst in 2023. Het is natuurlijk interessant om te zien of onze Waterlopers en Harlanders in 2023 ook aan deze twee andere wedstrijden snuffelden, en hoe zij daar scoorden.

Inderdaad zien we schrijvers die ook voor deze twee wedstrijden inzonden. Daarbij zien we dat de samenloop van de Goeken/Dorrestein met de Harland veel groter is dan die met de Waterloper: 15 Harlanders deden mee met de Goeken maar slechts 1 Waterloper. Bij de Dorrestein zien we een vergelijkbare patroon: 20 Harlanders en 3 Waterlopers deden daaraan mee. Dat de Harland ongeveer drie keer zo groot is als de Waterloper verklaart dit niet helemaal.

Mooi om te zien is dat veel van onze Waterlopers en Harlanders die ook meededen aan die andere wedstrijden geheel groen de arena in stapten. Bij de Goeken had de helft vóór 2023 niet eerder meegedaan aan een wedstrijd, bij de Dorrestein was iets minder dan de helft wedstrijdervaren. Verder blijkt dat zowel deze avontuurlijken als zij die wel al eens met een speculatieve wedstrijd of met de Zilveren Strop hadden meegedaan, soms ook nog behoorlijk goed scoorden in het spannende of literaire genre. Patricia Bouwhuis-Ooyevaar (tevens Harland), Hille Koppen (tevens Harland en Dorrestein) en Marius van Bruggen (tevens Harland) werden respectievelijk 2e, 3e en 5e bij de Goeken. Wouter Rozema (tevens Harland) en Charles van Wettum (tevens Harland en Waterloper) werden respectievelijk 7e en 9e bij de Dorrestein. In dit rijtje valt wel meteen iets op: deelname aan deze andere wedstrijden is voor Waterlopers kennelijk minder logisch dan voor Harlanders. De toptieners bij de Goeken en de Dorrestein zijn alle Harlanders, er is niet een Waterloper bij. De echte diehards die én met de Goeken én met de Dorrestein én met een speculatieve wedstrijd meededen (dat waren er 7) waren ook allemaal Harlanders.

Kennelijk is er een logisch verband tussen de drie Hebbanwedstrijden. Daarvoor kunnen meerdere redenen zijn. Misschien gaat het om de bekendheid/communicatie, waardoor mensen die mee willen doen met een van de Hebbanwedstrijden sneller iets oppikken over de andere. Maar het kan hem ook zitten in het imago over en weer, of in de verschillende wijze van jureren waarin men meer of juist minder vertrouwen heeft.

Wie zijn de deelnemers?
Van alle deelnemers heb ik via een zoekmachine gekeken of ik kon zien wie zij waren en wat ze schrijvend doen of deden. Over de resultaten van die zoektocht kan ik kort zijn: het leverde bij veel inzenders niet veel op. Soms lukte het wel, bijvoorbeeld bij schrijvers die een of meer romans hadden gepubliceerd, via een uitgever of in eigen beheer. Soms hadden mensen een website en trof ik een verwijzing naar de wedstrijddeelname aan. Maar in veel gevallen was ik niet eens in staat om met zekerheid te zeggen of ik de juiste persoon had gevonden. Het hebben van een opvallende en vooral niet Engels-klinkende naam is een pre, merk je dan toch. De combinatie van wedstrijddeelname en Fandata leverde wel interessante inzichten op.

Fandata is een zeer uitgebreide online biografie van 'fantastiek' in het Nederlandse taalgebied, zowel vertaald als oorspronkelijk werk. Er staan boeken, anthologieën en tijdschriften in, waarbij het steeds papieren publicaties betreft. De bibliografie wordt voortdurend uitgebreid door een groep bevlogen genreliefhebbers. De specifieke invalshoek (op de home page worden sciencefiction, fantasy en horror genoemd) heeft wel gevolgen voor wat erin is opgenomen. De focus ligt op publicaties van uitgevers die gespecialiseerd zijn in speculatieve fictie, op tijdschriften en anthologieën met een nadruk op die drie subgenres, op publicaties die te koop zijn op de vele 'fantastische' beurzen die Nederland en België rijk zijn. Een speculatief kortverhaal dat bijvoorbeeld in een niet-speculatief tijdschrift is verschenen, heeft een veel kleinere kans om in Fandata opgenomen te worden. In de boekhandel zien we een dergelijke labelling ook terug, met de kasten voor 'SF en fantasy' en 'Literatuur', en dit terwijl er in beide secties genoeg romans zijn die net zo goed in de andere kast hadden kunnen staan. Het voert te ver om hier in te gaan op definities van 'speculatieve fictie', maar labelling speelt hier beslist een rol. Zeer globaal gezegd horen schrijvers die in Fandata staan overwegend thuis in dat veelal als 'SF en fantasy' gelabelde gebied. Het leek me daarom interessant om te kijken of er voor wat betreft de wedstrijdinzenders interessante patronen te zien waren. Dat bleek zo te zijn.

Van de 193 Waterloper- en Harlanddeelnemers 2023 heb ik er 57 aangetroffen in Fandata. Soms gaat het om schrijvers met een lange staat van dienst en een stapel romans op hun naam, soms gaat het om iemand die vijftien jaar geleden een enkel verhaal in een anthologie heeft staan. Van de 57 hebben er 23 alleen aan de Harland meegedaan en 28 alleen aan de Waterloper. 6 hebben er meegedaan aan beide. Dat lijkt dus redelijk gelijk, maar de kleinere Waterloper wordt naar rato dus veel sterker bevolkt door Fandata-schrijvers. Interessant is verder dat de Fandata-schrijvers die in 2023 meededen met de Waterloper of Harland niet eens allemaal wedstrijdtijgers zijn. Van de 57 doen er 39 al langer mee aan speculatieve wedstrijden. Dat betekent dat de overige 18 weliswaar een meer of minder actief 'papieren bestaan' in het speculatieve genre hebben, maar in 2023 voor het eerst in vier jaar meededen met een van deze twee grote genrewedstrijden. Van die 18 heeft ongeveer de helft gekozen voor de Waterloper en de helft voor de Harland. Er was 1 schrijver die voor beide wedstrijden koos. Ook hier valt weer op dat de kleinere Waterloper naar rato sterker vertegenwoordigd is.

Overigens komt een actief wedstrijdleven maar geen papieren bestaan ook voor: ik telde 4 schrijvers (waaronder een koppel dat altijd samen inzendt) die consequent meedoen met de twee grote wedstrijden maar niet in Fandata staan.

Incidenteel deden Fandata-schrijvers mee aan andere Hebbanwedstrijden, waarbij de Dorrestein (6 schrijvers) populairder was dan de Goeken (3 schrijvers).

Kijkend naar de scores van Fandataschrijvers in vergelijking met andere schrijvers dan zien we dat bij de Waterloper Fandataschrijvers erg goed scoren en bij de Harland (en ook de Goeken en de Dorrestein) aanzienlijk minder. In de top 10 van de Waterloper stond slechts 1 niet-Fandataschrijver (de winnaar). Bij de Harland was het precies omgekeerd: slechts eentje was Fandata (de nr. 7), de overige 9 niet. Bij de Goeken was de hoogste score voor een Fandata-schrijver de 31e plaats. Er waren 6 speculatieve deelnemers die hoger scoorden en dat waren alle Harlanders. Bij de Dorrestein werd de hoogste Fandata-schrijver 9e. Er was 1 speculatieve inzender die hoger scoorde, een Harlander.

Al met al kunnen we concluderen dat de verbinding van schrijvers die als 'sciencefiction, fantasy en horror' gelabeld zijn en op papier gepubliceerd zijn, sterk is met de Waterloper en veel minder sterk met de Harland. Ook zien we dat deze schrijvers verder af staan van de niet-speculatieve wedstrijden van Hebban.

Pluim
Wie ploetert op inzendingen en toch ergens komt vast te zitten in de pijplijn van de jurering, verdient ook eens een pluim. Ik noem er een paar schrijvers die niet direct heel bekend zijn als winnaars of hoge eindigers maar die mij wel opvielen.

Debutant Niek Helmons werd 50e bij de Waterloper, bepaald niet slecht voor iemand van 15. Debutant Marie-louise Hellemons denderde drie wedstrijden tegelijk binnen (Waterloper, Harland en Dorrestein) met in totaal 7 verhalen, waarvan de hoogste een 17e plaats behaalde. Ga zo door, zou ik zeggen. Dan is er nog het intrigerende duo Renko Rodenburg en Jes Wedemeijer. Ze zonden voor de vierde achtereenvolgende keer in voor de Waterloper maar verder zie ik ze nergens, niet als solo-deelnemers en ook geen van beide in Fandata. Wie is dit enthousiaste schrijfkoppel? Laura Scheepers is ook onstuitbaar. Niet alleen was ze de afgelopen vier jaar een fanatieke speculatieve wedstrijddeelnemer (en kwam driemaal in de top 20), ze deed ook mee aan de twee Zilveren Stroppen. Dat laatste kwam ik bij 6 andere deelnemers ook tegen, maar die laten zich speculatief aanzienlijk minder gelden. Charles van Wettum ontpopt zich ook als een wedstrijdkanon binnen het bredere wedstrijdenspectrum (hij werd 9e bij de Dorrestein), al werden van zijn vijf speculatieve inzendingen helaas alle drie zijn Waterloperverhalen gediskwalificeerd. Wat diskwalificaties betreft: deze kunnen bij de Waterloper verschillende redenen hebben. Soms is het wedstrijdthema onvoldoende terug te vinden in het verhaal, of heeft de schrijver nagelaten het wedstrijdthema boven het verhaal te zetten. Bij de 12 diskwalificaties zaten dit jaar ook 4 mensen die voor het eerst meededen aan een wedstrijd. Ik hoop dat Aad de Winter, Alan V. Farbrook, Ellen Zomers en Frans Weiland zich daardoor niet laten ontmoedigen en komend jaar weer inzenden.  

Conclusie
Het speculatieve wedstrijdleven in het Nederlandse taalgebied is springlevend. Zowel debutanten als oude rotten kunnen in de Waterloper en Harland hun ei kwijt. Sommige wedstrijdverhalen belanden vroeger of later in tijdschriften, anthologieën en online platforms, zodat ze gelezen kunnen worden. Van de editie 2023 gaan we ongetwijfeld weer enkele inzendingen aantreffen in de komende EdgeZero.

Zoals gezegd is de Nederlandstalige speculatieve wereld in zijn verschillende facetten (uitgeverijen, tijdschriften, anthologieën, wedstrijden, beurzen) een vaak als 'sciencefiction, fantasy en horror' gelabeld terrein. Uit mijn onderzoekje ontstaat de indruk dat de Waterloper zich in sterke mate binnen dit kader bevindt. De Harland beweegt zich in een breder veld waarin ook andere letterkundige genres zoals de thriller betrokken zijn. Om het weer in termen van de boekhandel te formuleren: het gaat dan om de kasten met 'Spanning' en 'Literatuur. Uiteraard ligt het genuanceerder dan dat, maar toch. Toen ik vorig jaar de Harland 2022-inzendingen las, zag ik in de verhalen toch ook wel verschillen met wat ik zelf, als liefhebber van die 'gelabelde' speculatieve fictie, bij voorkeur lees.

Natuurlijk is dat geen probleem. Liefhebbers bepalen zelf wel waar ze zich het meest thuisvoelen, en wie wat anders wil die vindt het wel. Tegelijkertijd krijg je onvermijdelijk netwerkeffecten en bubblevorming, waardoor de blik naar buiten beperkt kan raken. Dat is jammer. Meer wederzijdse kruisbestuiving kan leiden tot meer mooie en waardevolle kortverhalen die door meer mensen gewaardeerd kunnen worden. Vooroordelen kunnen kleiner worden, waarbij ik met name denk aan vooroordelen ten aanzien van verhalen die labels als 'sciencefiction', 'fantasy' of 'horror' meekrijgen. De veelal minder sterke nadruk op persoonlijke ontwikkeling een bepaald soort taalgebruik wil nog wel eens het beeld oproepen dat het een consumptieproduct is. Dat is niet zo. Het speculatieve kortverhaal is vol actie en verbeelding en leent zich bovendien uitstekend voor reflecties op mens en wereld.

Om een betere verbinding tussen deze toch wel parallele werelden te krijgen, denk ik dat elk van de wedstrijden binnen het andere wereldje breder 'geadverteerd' zou kunnen worden. Wel is dan belangrijk dat dat gebeurt op een manier die aansluit bij de belevingswereld van de andere kant. Zo vragen Harlanders zich misschien af hoe Waterloperinzenders aankijken tegen de soms tamelijk gekke wedstrijdthema's. Het publiceren van wedstrijdinzendingen op online platforms kan ook bijdragen en inspireren. Voor loyale deelnemers van de ene wedstrijd kan het interessant zijn om via die route eens wat verhalen uit de andere wedstrijd te lezen. Dan moet je wel weten waar je die kunt vinden.

Verantwoording van de gevolgde werkwijze
Dit onderzoekje was handwerk. Ik heb aan de hand van de uitslagenlijsten van de Waterloper en Harland 2023 op Meznir een tabel gemaakt. Voor zover de deelnemers ook meededen aan de Waterloper en Harland 2020-2022 heb ik die gegevens toegevoegd, ook op basis van Meznir. Vervolgens heb ik achter de namen de eventuele deelname aan de Zilveren Strop 2021 en 2022, Goeken 2023 en Dorrestein 2023 toegevoegd, op basis van de Hebban-website. Ik ben alle schrijvers nagelopen in Fandata en heb via DuckDuckGo gekeken of ik online iets over hen kon vinden. (Voor wat betreft het zoeken op Fandata ben ik uitgegaan van de spelling en naamgeving zoals die in de uitslagenlijsten stonden, tenzij er evident een verschrijving was. Met mij onbekende pseudoniemen heb ik dus geen rekening kunnen houden.) In de resulterende tabel ben ik ten slotte gaan filteren en tellen.

Het is denkbaar dat ik me ergens verrekend heb, maar het gaat hierbij beslist niet om grote verschillen. Mocht je een fout zien, laat het me weten, dan loop ik het nog een keertje na en corrigeer ik het. (Van dergelijke inhoudelijke aanpassingen zal ik hieronder melding maken.)




Lees verder op mijn site

Reacties op: De parallelle werelden van de Waterloper en de Harland