
Fijnslijpen
08-08-2019
+4
+4
In deze fase ga ik met het vingertje langs elke regel en elk woord en lees ze hardop voor aan mezelf. Op het moment dat ik begin te hakkelen weet ik het: deze zin loopt niet. Ook gebeurt het wel dat ik een zin anders voorlees dan er staat. Meestal is de manier van voorlezen dan de beste.
Minimaal vijf keer werk ik het verhaal op die manier door. Ben ik tevreden, dan gaat het naar mijn enige proeflezer: mijn man. Hij leest het met een frisse blik en haalt er ook nog eens de tikfouten uit die ik over het hoofd heb gezien. Daarna gaat het naar de uitgever en de redacteur. Tegen de tijd dat het boek wordt gedrukt, is het verhaal al zo’n tien keer kritisch doorgelezen.
Dan breekt het moment aan dat ik vol trots mijn moeder een gedrukt exemplaar kan aanbieden. Laat me je iets over haar vertellen. Zij wordt in september negenentachtig, heeft vijftien jaar geleden een herseninfarct gehad en heeft daar afasie aan over gehouden. Ze is wonderlijk goed hersteld en leest graag mijn boeken, al gaat dat niet zo snel.
Ook Retour Spitsbergen ligt op haar leestafeltje en elke keer als ik bij haar kom, kijkt ze me met een schalkse glimlach aan. ‘Wat is er?’ vraag ik haar. Ze wijst dan op mijn boek. En ja hoor, ik zie de papiertjes er alweer uitsteken. ‘Nee hè,’ roep ik dan uit. Want ik weet wat die papiertjes betekenen: tikfouten, dubbele woordjes of wat dan ook. Maar het zijn altijd dingen die niet kloppen. Fijnslijpen, ik kan het doen tot ik een ons weeg, maar zonder moeder zullen er altijd dingen in blijven zitten.