Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
    Erik Hoekstra Boekverkoper

Blogpost: Erik Hoekstra

Juan José Arreola

13-10-2018 door Erik Hoekstra 4 reacties
86768f06ab9f96c2deb3f1553e61fcd7.jpeg


Juan José Arreola Zúñiga, JéJé voor intimi, werd in 1918 geboren in Ciudad Guzmán, in de provincie Jalisco, als vierde zoon van een gezin met veertien kinderen. Zijn vader, Felipe Arreola (Spaans voor aureool), overleed op zijn 43e aan uitputting. Wat maar weinigen weten: zijn moeder, Victoria Zúñiga, was van Nederlandse komaf. Haar voorouders kwamen uit het Friese Tzummarum. Met één van de grote emigratiegolven vanuit Friesland naar Mexico was Victoria in de schilderachtige streek van Zapotlán el Grande terecht gekomen. Hier kreeg ze kennis aan de schoenmaker Felipe Arreola. Zúñiga is de Spaanse verbastering van zuinigheid. Een nuttige karaktertrek in het geval van een kroostrijk gezin.

In zijn jeugd verslond Arreola alle boeken uit de bescheiden openbare bibliotheek van zijn geboorteplaats. Dat hij na zijn middelbare schooltijd in 1930 bij een boekbinder in de leer ging, zal niemand verbazen. De geuren van papier, drukinkt en boekbindlijm brachten de jonge Juan José in hogere sferen. In 1937 vertrekt Arreola, teleurgesteld vanwege zijn carrièrevooruizichten in het boekbindersgilde, naar Mexico Stad. Hij schrijft zich in bij Escuela Teatral de Bellas Artes. Na een onverkwikkelijke affaire met een getrouwde onderwijzeres verdwijnt Arreola gedurende een vrij lange periode. Diepgravend onderzoek leverde over deze jaren maar bitter weinig betrouwbare informatie op. Arreola zou hebben gewerkt als bordenwasser in het Mexicaanse restaurant van een broer van zijn vader in New York. Ook zijn er geruchten over een duister handeltje in Rejkjavik. Helaas zijn er geen verifieerbare bronnen overgeleverd die deze dubieuze biografische feiten kunnen staven.

In 1941 is Arreola terug in Mexico Stad en publiceert hij zijn eerste literaire werk, 'Sueño de Navidad'. In 1942 schrijft hij zijn eerste korte verhaal: 'Un Pacto con el Diablo'. In 1943, imiddels als freelance journalist werkend, publiceert hij zijn tweede roman: 'Hizo el bien mientras vivió'. Met Juan Rulfo en Antonio Alatorre begint Arreola in 1945 het literaire tijdschrift Pan. De eerste bundeling met korte verhalen, 'Varia invención', publiceerde Arreola in eigen beheer in 1949. Een forse schenking door weldoener Arturio Beñiz, wapenhandelaar te Calcùn en tevens gepassioneerd bibliofiel, maakte deze bundeling mogelijk. In 1950, werkt Arreola aan de anthology 'Los Presentes'. Hij ontvangt daartoe een toelage van de Rockefeller Foundation. In 1952 verschijnt Arreola's belangrijkste werk, de verhalenbundel 'Confabulario'. Met deze bundel verwerft Arreola de aanduiding 'de Mexicaanse Kafka'. Het boek veroorzaakt een rel omdat de Mexicaanse dictator Victoriano Huerta Márquez zich in één van de hoofdfiguren, de agressieve dronkenlap uit het verhaal 'Verloren', herkend. Dankzij diplomatiek ingrijpen van zijn schrijversvrienden weet Arreola ternauwernood een duister lot te ontlopen.

In 1963 verschijnt 'La Feria', een vileine afrekening met zijn geboortestreek Zapotlán. Dit werk is één van zijn fijnste literaire prestaties. In 1964 wordt Arreola professor aan de Universidad Nacional Autonomico van Mexico. In 1967 heeft Arreola een klein rolletje als buikspreker in de controversiële film 'Fando y Lis' van Alejandro Jodorowsky. De film wordt in Mexico verboden, maar triomfeert tijdens het filmfestival in Cannes een jaar later. Desondanks gaat de Palme d'Or onder luid Mexicaans protest naar '2001: a space odyssey' van Stanley Kubrick. Mogelijk één van de redenen dat een latere Amerikaanse president met een grensmuur zal dreigen.

Inmiddels rekent Arreola de even bedeesde als ontvlambare kunstenaar Héctor Xavier tot zijn vriendenkring. Xavier is een meester in de zogenaamde 'droge naald' techniek, een etstechniek maar dan zonder gebruik te maken van bijtende zuren. Het zal ongeveer 1972 zijn dat de vrienden een gezamenlijk boekproject oppakken, het 'Bestiario', een opvolger van het dramatisch geflopte 'Punta de plata' uit 1958. 'Bestiarium' geeft Arreola de gelegenheid in te zoomen op de psyche van een aantal dieren en diersoorten om ze vervolgens menselijke eigenschappen toe te kennen. Arreola houdt ons in dit hilarische boekje een lachspiegel voor.

In latere jaren wordt Arreola een gelauwerde schrijver. In 1979 ontvangt hij de Premio Nacional en Letras. In 1989 krijgt hij de Jalisco Prize en in 1992 the Literatura Latinoamericana y del Caribe Juan Rulfo prijs. Ingewijden en literaire critici noemen Arreola als kanshebber voor de Nobelprijs voor literatuur. Zo ver komt het niet: op 3 december 2001 overlijdt Arreola.


Reacties op: Juan José Arreola