Blogpost:
Gabriëlle Berning
Keukentafelgesprek
Nadat ze met de cliënt hebben kennisgemaakt, zeg ik: ‘Ik zal geen grapje maken over het feit dat de tafel niet in de keuken staat, dat krijgt u vast bij iedereen al te horen.’
Zij lachen minzaam en schuiven hun stoelen aan.
Alle papieren liggen klaar: een doktersverklaring als bewijs van zijn beperkingen, de oude beschikking van de gemeente over de vervoerskostenvergoeding, het huidige taxipasje en voor de zekerheid nog een paar documenten die misschien van pas kunnen komen. Vervoersmogelijkheid Mazda bevindt zich niet in de carport, maar ik zal nog wel uitleggen dat hij voor de APK bij de garage staat, mechanisch volledig goedgekeurd en bejubeld door alle monteurs, helaas toch wat laswerk nodig aan rand van de wielopening, ach, niet ongebruikelijk bij een auto van twintig.
Mijn handen zijn koud. Hij zit er rustig bij.
De moederlijke vrouw opent de laptop en klikt wat dingen aan.
De kiene vrouw, van wie ik niet het idee heb dat ze openstaat voor verrassingen, begint:
‘De gemeente is gestopt met het toekennen van de vervoerskostenvergoeding voor sociaal verkeer. Dat heeft te maken met de nieuwe ontwikkelingen in de zorg en wat de overheid daarover heeft besloten. En met het feit dat de bussen tegenwoordig toegankelijk zijn voor gehandicapten. Alle cliënten hebben een brief gehad. Vervelend dat u geen persoonlijk bericht hebt ontvangen. Ergens is vast iets fout gegaan. Maar wij komen alsnog de alternatieven bespreken, rekening houdend met uw situatie.’
Zij gluren naar de papieren op tafel. Nu willen ze natuurlijk de doktersverklaring zien. Ik heb er eentje met cerebro vasculair accident en hemiparese en eentje met hersenbloeding en halfzijdige verlamming. Beide schuif ik naar voren. Zij lezen de tekst met aandacht. Het is zoiets als middenin een wolkbreuk gaan kijken op de buienrader. Hopelijk wordt het niet de bus, met de haperende rolstoelplanken en overwerkte chauffeurs, die echt niet zitten te wachten op een halfzijdig verlamde rolstoeler die zijn gordel niet op schema dicht krijgt en snel overprikkeld raakt.
Ze vragen hoe wij ons doorgaans verplaatsen.
‘Met de auto,’ zegt hij.
Ik voeg eraan toe dat het lastig is en nog lastiger zal worden, omdat de stramheid erger ...
Ik kijk opzij en zeg: ‘Het kost moeite, hè?’
'Ja.'
Ik geef hun het instructieblad van de ergotherapeut, waarop minutieus alle handelingen en veilige grepen staan uitgeschreven voor het in de auto gaan en voor het weer uit de auto gaan, de zogenoemde transfers. De adviezen nemen een heel A4 in beslag.
Ze kijken geschokt en roepen uit: ‘Hoe doet u dat!’ ‘Dat gaat toch niet!’
‘Eigenlijk niet,’ zeg ik. ‘Het is weleens voorgekomen dat hij bij aankomst in de woonvorm niet meer kon uitstappen. Twee begeleiders kwamen toen met een tillift voor een handeling die ik ook in mijn eentje wel doe. Maar tillen met een gebogen rug is niet echt verstandig.’
‘Dat lijkt me een duidelijk verhaal.’
‘We begrijpen wat u zegt.’
Al snel volgt het unanieme besluit. Dit is een gevalletje regiotaxipas met WMO-indicatie. Zij vertellen dat de aanvraag meteen in gang wordt gezet. Met een verwerkingstijd van tien weken dient wel rekening te worden gehouden. Voorlopig is de pas onbeperkt geldig. De kosten voor een rit bedragen zeventig cent per zone. De tien kilometer tussen thuis en zorginstelling gelden waarschijnlijk als twee zones plus nog een zone instaptarief. Een retour kost dan zo’n vier euro. Dat is minder dan de benzinekosten heen-terug-heen-terug en geen transfers meer, althans niet voor de reguliere bezoekjes thuis. De strop van vijfhonderd euro per jaar blijft, maar met deze uitkomst is te leven.
Ik bedank de twee dames oprecht. Bij de fratsen van een onnadenkende regering lijkt de gemeente haar best te doen goed voor haar burgers te zorgen. Het is maar vervoer. Wij hoeven niet te onderhandelen over zorg en begeleiding. Aan veel andere keukentafels zal met een botter mes in het vlees worden gesneden.
Ze staan op. Twee handen. Twee lachjes. Hun lippenstift doet pijn aan mijn ogen.
Op weg naar de deur zeg ik: ‘Het lijkt me lastig om in schrijnende situaties te moeten komen met vervelend nieuws.’
Zij laten zich niet uit het veld slaan.
‘Het is ook dankbaar werk, hoor.’
‘Wij maken veel mensen blij.’
Graag zou ik ze het voordeel van de twijfel gunnen.
Lees verder op mijn site