Blogpost:
Saskia Harkema
Radicalisering van jeugd: daad uit wanhoop?
Radicalisering is een extreme vorm van onverschilligheid. Over het eigen lot en dat van anderen. Vooral dat van anderen. Volgens Pamuk is de ideologie die ten grondslag ligt aan radicalisering, secundair. Moslim extremisme is slechts een dekmantel die verbloemt dat het werkelijk gaat om een veel dieper liggend gevoel van er niet bij horen en er niet toe doen. Het had net zo goed een andere ideologie kunnen zijn en we slaan de plank mis als we denken dat IS het probleem is.
Waar komt die extreme vorm van onverschilligheid vandaan? Het gaat niet alleen om het leren van de overtuigingen en het overnemen van een gedachtegoed dat tot extremisme leidt. Het gaat vooral om de stap daarnaar te handelen met alle desastreuze gevolgen van dien. Hoe werkt die vorm van radicalisering eigenlijk? Hoezeer is onverschilligheid ook een maatschappelijk fenomeen dat op onbewust niveau jongeren beinvloed? Als we kijken naar de asielprocedure waar ze zelf ooit eens doorheen zijn gegaan, dan kan ik niet anders zeggen dat onverschilligheid alomtegenwoordig is. Van begin tot eind. Mensen worden gereduceerd tot V-nummer en voelen zich in het geheel niet gezien noch erkend. Een vluchteling uit Vietnam die ik ontmoet heb verwoordde het heel duidelijk 'we worden onzichtbaar gemaakt, volledig onzichtbaar'. Het systeem draagt dus bij aan een voedingsbodem van waardeloosheid die ook een vruchtbare bodem blijkt te zijn voor gedachtegoed dat hoop geeft om aan die onzichtbaarheid een eind te maken. Met extreme daden van terreur tot gevolg. Van 'zero' tot 'hero'.