Het is winter. U rijdt op de E35, dus u gaat noord-zuid (alle E-wegen die op een 5 eindigen lopen noord-zuid). Op de banden van uw auto staat 185/70 R 13 86 Q, dus u moet niet harder rijden dan 160 kilometer per uur (dat blijkt uit de Q). Het is twaalf uur, dus over veertig minuten staat de zon op zijn hoogst (wij lopen veertig minuten voor op de zonnetijd). Uw motor draait als een zonnetje, want het octaangetal van uw benzine is juist hoog genoeg om pingelen te voorkomen. In de verte rijdt een trein, en u kunt nog juist zien dat het nummer van het eerste rijtuig begint met 50-84-1970, dus u weet onmiddellijk dat het een NS-rijtuig is (84 is de code voor de Nederlandse spoorwegen), dat het een eersteklasrijtuig is met negen compartimenten (vandaar de 19) dat, net als uw auto, hooguit 160 kilometer per uur mag rijden (dat zegt de 7). De wereld staat, kortom, vol met lettertjes en cijfertjes. In 7 op de schaal van Richter en andere getallen voert Hans van Maanen u met vaste hand langs diafragmagetallen, nummers op de eurobiljetten, E-nummers in uw voedsel en de maat van uw schoenen. Niet vergeten worden de schalen van Beaufort en Richter, de hardheid van water, diamant en geluid, de morse-, de braille- en natuurlijk de streepjescode.