Achteraf-land speelt zich af in Zwartberg (Genk) tussen 1930 en 1950, tijdens de eerste jaren van de steenkoolontginning. Het is het verhaal van een Poolse migrantenfamilie die haar plaats zoekt in een nieuwe wereld.
We leren Marianna kennen, een vrouw die hoogzwanger met haar vijfjarig zoontje haar man, die werk vond in de steenkoolmijn van Zwartberg, achterna reist. We volgen haar in haar strijd om zich aan te passen en te integreren in een maatschappij die haar volkomen vreemd is. Op de achtergrond schetst de auteur de niet altijd gekende en bijna vergeten geschiedenis van de Limburgse steenkoolmijnen en van de eerste migrantenvrouwen en hun kinderen.
Achteraf-land is een exemplarisch verhaal over een migrantenfamilie 'avant la lettre' , met dezelfde problemen, dromen en teleurstellingen waarmee tot vandaag alle migrantenfamilies word.
Arlette Henek (Genk 27/06/1950) begon met schrijven van diverse artikels voor de ledenbladen van de VZW's waarvoor ze werkte. In 2007 studeerde ze met grootste onderscheiding af aan het Stedelijk Conservatorium van Hasselt, richting woordkunst met als optie 'literaire creaties'. De oorspronkelijke bedoeling om te toetsen of ze überhaupt wel kon schrijven leidde al snel tot enkele kortverhalen waarvan een aantal werd bekroond.
We leren Marianna kennen, een vrouw die hoogzwanger met haar vijfjarig zoontje haar man, die werk vond in de steenkoolmijn van Zwartberg, achterna reist. We volgen haar in haar strijd om zich aan te passen en te integreren in een maatschappij die haar volkomen vreemd is. Op de achtergrond schetst de auteur de niet altijd gekende en bijna vergeten geschiedenis van de Limburgse steenkoolmijnen en van de eerste migrantenvrouwen en hun kinderen.
Achteraf-land is een exemplarisch verhaal over een migrantenfamilie 'avant la lettre' , met dezelfde problemen, dromen en teleurstellingen waarmee tot vandaag alle migrantenfamilies word.
Arlette Henek (Genk 27/06/1950) begon met schrijven van diverse artikels voor de ledenbladen van de VZW's waarvoor ze werkte. In 2007 studeerde ze met grootste onderscheiding af aan het Stedelijk Conservatorium van Hasselt, richting woordkunst met als optie 'literaire creaties'. De oorspronkelijke bedoeling om te toetsen of ze überhaupt wel kon schrijven leidde al snel tot enkele kortverhalen waarvan een aantal werd bekroond.