De twaalfjarige Maddie verheugt zich op een slaapfeestje met haar vriendinnen. Maar het slaapfeestje verandert in een nachtmerrie wanneer ze de volgende ochtend ontdekt dat ze helemaal alleen is. Het dorp lijkt compleet geëvacueerd te zijn, en telefoons en internet werken niet meer. Haar enige gezelschap is een rottweiler van de buren, George, en een stapel boeken. Ze moet in haar eentje zien te overleven en leren vertrouwen op haar eigen vindingrijkheid. In de maanden die volgen, overleeft ze wilde dieren en natuurrampen. Maar haar grootste vijand is de eenzaamheid. Kan Maddies koppige overlevingsdrang haar ook daaruit redden?
Met achterin een uitgebreid nawoord van de auteur en tips om zelf aan de slag te gaan met het schrijven van verhalen in versvorm.
