Andreas Vesalius (1514-1564) was de eerste anatoom die de onfeilbaar gewaande leer van Galenus zwaar onder vuur nam. Hij verwees de theorie van de humores, de vier lichaamssappen, naar de prullenmand.
Wiliam Harvey (1578-1657) leverde het bewijs dat bloed ononderbroken circuleert in een gesloten systeem. Zijn ontdekking werd niet op gejuich onthaald. Het kostte hem klanten.
Vopiscus Fortunatus Plempius (1601-1671) ontdekte het hart als pomp en beschreef als eerste de zes oogspieren.
Govert Bidloo (1649-1713) was de grondlegger van de microscopische anatomie, zijn atlas met anatomische tekeningen is een parel.
Adrianus Spigelius (1578-1625) gaf zijn naam aan een aantal anatomische ontdekkingen: o.a. de hernia Spigelii (de liesbreuk), de lobus caudatus Spigelii (de achterste lob van de lever). Hij overleed - o noodlot - door een abces net onder de leverlob die zijn naam droeg.
Herman Boerhaave (1668-1738) was ondanks zijn gehechtheid aan de verouderde theorieën van Galenus toch gefascineerd door de schitterende werken van Vesalius. Hij bracht deze 16de-eeuwse meester weer onder de aandacht via een heruitgave.
Anatomia volgt gedurende twee eeuwen het spoor van deze zes anatomen, allemaal afkomstig uit de Lage Landen. Hun ontdekkingen waren belangrijke mijlpalen in de ontrafeling van het de geheimen van het menselijk lichaam.
Anatomia is rijkelijk geïllustreerd met prachtige gravures uit oude drukken die zich allemaal bevinden in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel. Dit boek ontsluit deze rijke collectie.
Paul Broos is emeritus professor aan de K.U.Leuven. Gedurende jaren leidde hij generaties studenten binnen in de boeiende wereld van de anatomie.
Wiliam Harvey (1578-1657) leverde het bewijs dat bloed ononderbroken circuleert in een gesloten systeem. Zijn ontdekking werd niet op gejuich onthaald. Het kostte hem klanten.
Vopiscus Fortunatus Plempius (1601-1671) ontdekte het hart als pomp en beschreef als eerste de zes oogspieren.
Govert Bidloo (1649-1713) was de grondlegger van de microscopische anatomie, zijn atlas met anatomische tekeningen is een parel.
Adrianus Spigelius (1578-1625) gaf zijn naam aan een aantal anatomische ontdekkingen: o.a. de hernia Spigelii (de liesbreuk), de lobus caudatus Spigelii (de achterste lob van de lever). Hij overleed - o noodlot - door een abces net onder de leverlob die zijn naam droeg.
Herman Boerhaave (1668-1738) was ondanks zijn gehechtheid aan de verouderde theorieën van Galenus toch gefascineerd door de schitterende werken van Vesalius. Hij bracht deze 16de-eeuwse meester weer onder de aandacht via een heruitgave.
Anatomia volgt gedurende twee eeuwen het spoor van deze zes anatomen, allemaal afkomstig uit de Lage Landen. Hun ontdekkingen waren belangrijke mijlpalen in de ontrafeling van het de geheimen van het menselijk lichaam.
Anatomia is rijkelijk geïllustreerd met prachtige gravures uit oude drukken die zich allemaal bevinden in de Koninklijke Bibliotheek van Brussel. Dit boek ontsluit deze rijke collectie.
Paul Broos is emeritus professor aan de K.U.Leuven. Gedurende jaren leidde hij generaties studenten binnen in de boeiende wereld van de anatomie.
