In deze bekroonde columns beschrijft hij met zelfspot en een vleugje weemoed zijn dappere en niet altijd succesvolle pogingen de sociale codes van het eilandvolk onder de knie te krijgen. Over de valkuilen en het plezier van de Engelse taal. Over de kunst van het in de rij staan. Over doormodderen als hoogste ambitie. Over de vraag waarom de Britten meer van huisdieren dan van hun kinderen houden. En over de vraag waarom de ene helft van de Britten bij ‘tea’ aan eten denkt en de andere aan drinken.