Werner Helmich, de laatste kasteelheer van Huis Baak, en de wees en pachterszoon Jan Schutte ontmoeten elkaar op een kantelpunt in de geschiedenis. In de eeuw waarin de traditionele elite zijn positie verliest, heeft erfgenaam Werner de taak het huis voor zijn nageslacht veilig te stellen. Jan droomt ervan om zijn klasse te ontstijgen en hogerop te komen in het leven. De wegen van de kasteelheer en de pachterszoon kruisen elkaar en Werner schiet Jan te hulp bij het najagen van zijn droom.
De laatste heer van Astrid Schutte is daarmee zowel een saluut aan verloren tijden als een eerbetoon aan het nieuwe Nederland, waarin wat je kúnt belangrijker is dan de plek waar je wieg heeft gestaan.