De beroemde Vlaamse dichter Guido Gezelle (1830-1899) behoeft nauwelijks introductie. Zijn sensitieve en heldere poëzie getuigt van een grote liefde voor de natuur en de mens, in het licht van een sterk en optimistisch geloof. Bovendien verdient hij als voorvechter van zijn moedertaal, die in de negentiende eeuw door het Frans verdrongen dreigde te worden, een ereplaats onder de Nederlandstalige dichters.