Rijk zijn ze, de Matlocks, en ze willen nog rijker worden. Wie het waagt hen in de weg te staan, wordt met vernietiging bedreigd. Zelfs de eigen zoon ontkomt niet aan deze terreur ...
De Burgeroorlog is gestreden en Noord-Amerika kent een periode van ongekende economische en technische vooruitgang. Een vooruitgang die gestimuleerd wordt door de particuliere spoorwegmaatschappijen. Zelfs over Broadway denderen de smokende locomotieven met hun felkleurige aanhang van rijtuigen. In gaslicht badende stations verrijzen allerwege.
In de staat New York ontbrandt een strijd tussen twee familieondernemingen: de Matlocks en de Poynders. Gebonden door banden des bloeds, maar verteerd door onderlinge haat als het om zaken gaat. Want vooral de Matlocks willen niet delen, willen alles voor zichzelf alleen: spoorwegen en landerijen, geld en grond, maar boven alles … macht.
Zij willen de ongecontroleerde pachters van deze aarde zijn, door God noch gebod geremd. Maar ook minder materiële zaken trachten zij in de hand te houden en te bespelen. Ook het menselijk geluk is voor hen koopwaar. In hun arrogantie zien zij dat als juist en rechtvaardig en geen macht ter wereld kan hen van inzicht doen veranderen. Geen middel achten zij te gering om deze positie te behouden. Zij deinzen niet terug voor gewaagde financiële transacties, sabotage, geënsceneerde stakingen, corruptie en omkoperij. Zij die te veel weten en concurrenten die te lastig worden, worden in koele bloede terzijde geschoven.
De vrouwen in dit gevaarlijke spel geven, trots als Matlocks zijn, hun niets ontziende tegenspel. Aan de ene kant zijn daar Anne en Kathleen, ie zichzelf wegcijferde, maar o zo doelbewuste moeders. Aan de andere kant de door passie bezeten Gwen die als een stuurloos schip door het leven laveert en de naar het leven hongerende Irene.
Tussen deze vrouwen door zet de jonge Craig Matlock keihard, zelfbewust en zonder iemand te sparen, zijn koers uit. Boven zijn hoofd strijden de vaders hun titanenstrijd. Maar Craig is Matlock genoeg om, als hij de kans krijgt, beiden uit te schakelen …
De Burgeroorlog is gestreden en Noord-Amerika kent een periode van ongekende economische en technische vooruitgang. Een vooruitgang die gestimuleerd wordt door de particuliere spoorwegmaatschappijen. Zelfs over Broadway denderen de smokende locomotieven met hun felkleurige aanhang van rijtuigen. In gaslicht badende stations verrijzen allerwege.
In de staat New York ontbrandt een strijd tussen twee familieondernemingen: de Matlocks en de Poynders. Gebonden door banden des bloeds, maar verteerd door onderlinge haat als het om zaken gaat. Want vooral de Matlocks willen niet delen, willen alles voor zichzelf alleen: spoorwegen en landerijen, geld en grond, maar boven alles … macht.
Zij willen de ongecontroleerde pachters van deze aarde zijn, door God noch gebod geremd. Maar ook minder materiële zaken trachten zij in de hand te houden en te bespelen. Ook het menselijk geluk is voor hen koopwaar. In hun arrogantie zien zij dat als juist en rechtvaardig en geen macht ter wereld kan hen van inzicht doen veranderen. Geen middel achten zij te gering om deze positie te behouden. Zij deinzen niet terug voor gewaagde financiële transacties, sabotage, geënsceneerde stakingen, corruptie en omkoperij. Zij die te veel weten en concurrenten die te lastig worden, worden in koele bloede terzijde geschoven.
De vrouwen in dit gevaarlijke spel geven, trots als Matlocks zijn, hun niets ontziende tegenspel. Aan de ene kant zijn daar Anne en Kathleen, ie zichzelf wegcijferde, maar o zo doelbewuste moeders. Aan de andere kant de door passie bezeten Gwen die als een stuurloos schip door het leven laveert en de naar het leven hongerende Irene.
Tussen deze vrouwen door zet de jonge Craig Matlock keihard, zelfbewust en zonder iemand te sparen, zijn koers uit. Boven zijn hoofd strijden de vaders hun titanenstrijd. Maar Craig is Matlock genoeg om, als hij de kans krijgt, beiden uit te schakelen …
