Thomas verhuist samen met zijn ouders naar een andere stad. Sinds de dood van zijn zus Manon, leeft hij met een groot schuldgevoel. Het oude huis heeft een mysterieuze sfeer. Fluisterstemmen en kraakvoetstappen houden hem uit zijn slaap. Ook krijgt hij het flink te stellen met Bryan en zijn vrienden die hem het leven zuur maken. Als hij het excentrieke meisje Philomeen leert kennen, is dit het begin van een bloeiende vriendschap. Ze vertelt hem dat zij vroeger in het het huis heeft gewoond. Na de dood van haar moeder, begon haar vader aan een vreemde machine te bouwen, waarna hij spoorloos verdween. Sindsdien leeft ze teruggetrokken in het gangenstelsel van een oude bunker. Na onderzoek blijkt de machine een buitenaardse tijdpoor, waarmee je naar het verleden kan reizen. Thomas wil de machine gaan gebruiken om terug in de tijd te reizen om de dood van zijn zus te voorkomen. Maar hij ondervindt al heel snel dat de kleinste verandering hele gevolgen kunnen hebben. Samen met Philomeen moet hij alles op alles zetten om de race tegen de tijd te winnen om te voorkomen dat er een ramp gebeurt.