Een vrouw heeft nooit rust. Vele ingrijpende overgangen maakt zij in de loop van haar leven mee. Dat begint met de eisprong en eindigt zo'n tachtig jaar later met een sprong in het ongewisse. Onderweg verandert zij van een mollige baby in een robbedoes, van een seksbom in een 'duizend-dingen-doekje' en van een carrièrevrouw in een lieve oma. Hoe haalt zij ongeschonden de eindstreep? Dit boek gaat te rade bij de evolutie en levenswijze van onze oermoeder. De manier waarop deze zich staande hield vormt de omlijsting waarbinnen een moderne vrouw zich moet redden.
