Louise vindt het vreselijk dat ze moet gaan logeren bij Jacomijn. Als ze ergens geen zin in heeft, is dat het wel. Het is er allemaal zo klein en gewoon. Toch moet ze toegeven dat Jacomijns broer Luuk een leuke gozer is. Maar wat verbergt hij? Als ze hem tijdens een buitenrit met zijn 'vrienden' in het bos ziet, weet ze zeker dat hij zwaar in de problemen zit. En waarom hangen deze jongens ook rond bij haar huis?
Dan komt Louise na een buitenrit niet terug. Waar is ze? Het wordt in één klap duidelijk dat ze er voor elkaar moeten zijn om de problemen te overwinnen. Lukt het Jacomijn en Louise om over de verschillen heen te stappen?
