Elke tijd schept zijn eigen universum: de Griek Eudoxus geloofde dat hemel en aarde een goddelijke compositie vormden van zevenentwintig onzichtbare sferen met de aarde als middelpunt. Copernicus worstelde met de vraag of de aarde om de zon draait of de zon om de aarde. Einstein stelde de ruimte centraal en niet de relatie tussen de aarde en de planeten. Volgens Brockman bevinden we ons nu weer in een overgangsstadium naar een nieuw universum. In dertig korte schetsen leidt Brockman ons door het labyrint van de moderne natuurwetenschappen en laat zien hoe het toekomstige universum eruit zou kunnen zien