Stel je even voor:
Je wordt geboren in een blokhut, ver weggestopt in een groot woud. Je groeit er op met liefhebbende ouders, met de dieren, het bos en de bergen. Je wereld beperkt zich tot de omgeving van je geboorteplek en je kent geen andere mensen dan je ouders. Je voelt je zorgeloos, vrij en gelukkig. Maar dan heb je pech: je mama krijgt een ongeluk en sterft en je papa wordt ongeneeslijk ziek. Hij heeft nog juist genoeg energie om jou onder te brengen bij zijn zus in Lier. Je tante en jij zijn vreemden voor elkaar en een maand later sterft ook papa.
Dat is de situatie waarin Jonas zich bevindt, hij is amper 12 jaar!
Kan hij zijn weg vinden in de stad, tussen de mensen, op school? Of loopt hij hopeloos verloren?
Van 12 tot 15 jaar.
Je wordt geboren in een blokhut, ver weggestopt in een groot woud. Je groeit er op met liefhebbende ouders, met de dieren, het bos en de bergen. Je wereld beperkt zich tot de omgeving van je geboorteplek en je kent geen andere mensen dan je ouders. Je voelt je zorgeloos, vrij en gelukkig. Maar dan heb je pech: je mama krijgt een ongeluk en sterft en je papa wordt ongeneeslijk ziek. Hij heeft nog juist genoeg energie om jou onder te brengen bij zijn zus in Lier. Je tante en jij zijn vreemden voor elkaar en een maand later sterft ook papa.
Dat is de situatie waarin Jonas zich bevindt, hij is amper 12 jaar!
Kan hij zijn weg vinden in de stad, tussen de mensen, op school? Of loopt hij hopeloos verloren?
Van 12 tot 15 jaar.
