Was in de jaren vijftig een reis over de Duitse of Vlaamse grens, met echte douanebeambten en een heuse slagboom al een avontuur, nu draaien we onze hand niet meer om voor een bestemming duizenden kilometers van ons vandaan. Een wereld die steeds kleiner wordt: ‘Ach, wij liepen vorige week nog in New York.’ ‘O ja, gut, toen zaten wij net in Thailand.’ Een gesprekje zomaar op te vangen in een winkel, op een feestje. Snellere verbindingen en een hoge levensstandaard vereenvoudigden en veralgemeniseerden het reizen.
Mensen reizen voor hun plezier, uit nieuwsgierigheid, uit avontuur, maar ook beroepshalve, noodgedwongen – soms in erbarmelijke omstandigheden – of uit gewoonte; anderen gaan immers ook. Gezonde spanning voor vertrek dan wel niet in te tomen humeurigheid. Vakantiestress als luxesymptoom. Over al dit soort reisperikelen buigen de schrijvers zich in deze bundel.
In bevlogen, meeslepende, rake bewoordingen vertellen de hier bijeen gebrachte verhalen en gedichten over vakanties, over de niet te stuiten drang de wereld te willen zien, over reisverlangens en -angsten, over thuisblijven. Over gek van reizen.
Mensen reizen voor hun plezier, uit nieuwsgierigheid, uit avontuur, maar ook beroepshalve, noodgedwongen – soms in erbarmelijke omstandigheden – of uit gewoonte; anderen gaan immers ook. Gezonde spanning voor vertrek dan wel niet in te tomen humeurigheid. Vakantiestress als luxesymptoom. Over al dit soort reisperikelen buigen de schrijvers zich in deze bundel.
In bevlogen, meeslepende, rake bewoordingen vertellen de hier bijeen gebrachte verhalen en gedichten over vakanties, over de niet te stuiten drang de wereld te willen zien, over reisverlangens en -angsten, over thuisblijven. Over gek van reizen.
