Wie vroeger naar een optreden ging van Wannes Cappelle, hoorde er enkel liedjes in het Engels. Want Wannes wilde de wereld veroveren. Helaas. Pas toen hij in het West-Vlaams begon te zingen, de taal van de underdog, kwam het succes.
In Heersers filosofeert Capelle over zijn haat-liefde-verhouding met zijn dialect, zijn worsteling met het AN en zijn nijd tegenover het Engels.