In de zeventiende eeuw ging het in de Nederlandse Republiek precies zo: de uitgevers bewaakten hun bedrijfsmodel en de vertalers gaven interpretatiesignalen af. Nederlandse vertalingen van succesvolle buitenlandse romans laten zien dat die signalen dubbelzinnig waren. Uit commercieel oogpunt handhaafden de vertalers de inhoud van hun bron, ook als ze het er niet mee eens waren. Ze schoven de ideologische vragen over hun eigen en buitenlandse culturen door naar hun lezers, die zelf hun morele oordeel moesten vellen. In de commerciƫle situatie is vandaag de dag niet zoveel veranderd, maar aan de vertalers worden nu hogere eisen gesteld.