Met aan zijn zijde zijn trouwe helper zwerft de jonge, wat onbesuisde en hevig romantische magiër Iskander door de uitgestrekte landen van zijn kleurige planeet, zich her en der verdienstelijk makend met eenvoudig toverwerk. Veel goud levert het niet op, maar zo'n érg goede magiër is hij nu ook weer niet. Dan geeft de schone Vrouwe Merle, hogepriesteres en soldaat van het mysterieuze eiland Vale, hem het karwei van zijn leven - blijkt later. Wat een ongecompliceerde dromendiefstal moet worden, ontaardt tot ieders verbijstering in een levensgevaarlijk avontuur met droomwezens die ook in de wakende wereld Iskander naar het leven staan, een avontuur wel zó duister dat niemand nog kan bevroeden wie de naar het schijnt almachtige tegenstander is. Hij moet zich ergens op het verre Westelijke continent bevinden, en hele legioenen onderwerpen zich aan zijn wil en storten zich in de dood, maar meer is over hem niet bekend. Zijn naam schijnt te zijn: de Wolf... De eerste grote slag liep voor de Wolf nog op een nederlaag uit, terwijl toch uit alles blijkt dat zijn macht welhaast onbeperkt moet zijn. Spéélt hij soms alleen met Iskander? Na enkele kleine schermutselingen-op-afstand lijkt het daar wel op... Staat Iskander nu alsnog een noodlottige ontmoeting te wachten?
