In het Meerdaalwoud, ten zuiden van Leuven, wordt het lijk gevonden van een jogger wiens schedel is ingeslagen. In de zak van zijn short treft de politie een vrouwenslipje aan met roze cupido’s erop. Bij hoofdinspecteur Thomas Berg roept deze macabere ontdekking meteen een reeks pertinente vragen op: waarom zat er een slipje in de broekzak van deze man? Heeft het iets te maken met de moord? Maar vooral: aan wie behoort het toe?
Alle vrouwen die bij de zaak betrokken kunnen zijn worden aan de tand gevoeld, maar de eigenares van het stukje ondergoed blijft onbekend. Berg is er halsstarrig van overtuigd dat het slipje verband houdt met de moord, tot een ander ongewoon voorwerp die rol opeist. Of zit hij opnieuw op het verkeerde spoor?
