Mijn herinneringen doorkruisen de tijd, naar het Vlaamse stadje Lier in de vijftiger jaren en een katholiek college daar, naar de universiteitssteden Antwerpen en Gent. Zij doorkruisen ook de ruimte, vertellen over onder meer samenleven met boeddhistische monniken in het Verre Oosten, samenwerken met Aboriginals in de Australische bush en het beleg van Phnom Penh door de Rode Khmer. Ze dwalen tenslotte rond in het ruime gerechtelijk landschap, de Antwerpse advocatuur, een landelijk vredegerecht, de Hoge Raad voor de Justitie.