Hugo Claus (°1929) debuteerde in 1947 met de bundel Kleine reeks bij Uitgeverij Aurora in Moeskroen. De 19 gedichten die hierin werden opgenomen gaan over vervloeking, gedoemd zijn, de dood, de liefde en het gebrek aan communicatie. In de eerste verzamelbundel Gedichten (1948-1963) werden slechts drie gedichten uit Kleine reeks opgenomen, in de blauwe verzamelaar Gedichten 1948-1993 waren er dat veertien, allen met varianten.
Met deze facsimile varianteneditie van Kleine reeks krijgt de poëzielezer en Clausliefhebber een wetenschappelijk verantwoorde uitgave aangeboden van een bundel die sinds 1947 quasi onvindbaar is geworden. De editie bestaat uit vier delen: Teksten met de eerste en tot nog toe enige apart verschenen druk van de bundel in transcriptie én facsimile; de Verantwoording bij de editie; de Commentaar bij de editie met een beschrijving van de bronnen, een overzicht van de distributie van de teksten, een behandeling van de varianten in de drukgeschiedenis, en de behandeling van de receptiegeschiedenis; en Essays van Georges Wildemeersch die schrijft over het ontstaan van de bundel, Jean Weisgerber die het beeld van de aan- en afwezige vaderfiguur bestudeert in het werk van Claus a.d.h. van Kleine reeks en Dirk De Geest die Claus’ debuut kritisch herleest.
Deze publicatie bevat verder 12 nooit eerder gepubliceerde teksten van Hugo Claus.
De editie werd voorbereid aan het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (CTB) van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) i.s.m. het Studie- en documentatiecentrum Hugo Claus (ISLN) van de Universiteit Antwerpen.
Met deze facsimile varianteneditie van Kleine reeks krijgt de poëzielezer en Clausliefhebber een wetenschappelijk verantwoorde uitgave aangeboden van een bundel die sinds 1947 quasi onvindbaar is geworden. De editie bestaat uit vier delen: Teksten met de eerste en tot nog toe enige apart verschenen druk van de bundel in transcriptie én facsimile; de Verantwoording bij de editie; de Commentaar bij de editie met een beschrijving van de bronnen, een overzicht van de distributie van de teksten, een behandeling van de varianten in de drukgeschiedenis, en de behandeling van de receptiegeschiedenis; en Essays van Georges Wildemeersch die schrijft over het ontstaan van de bundel, Jean Weisgerber die het beeld van de aan- en afwezige vaderfiguur bestudeert in het werk van Claus a.d.h. van Kleine reeks en Dirk De Geest die Claus’ debuut kritisch herleest.
Deze publicatie bevat verder 12 nooit eerder gepubliceerde teksten van Hugo Claus.
De editie werd voorbereid aan het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (CTB) van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) i.s.m. het Studie- en documentatiecentrum Hugo Claus (ISLN) van de Universiteit Antwerpen.
