In de nacht van 5 op 6 oktober 1977 stierf in een somber kamertje in Brugge de eenentwintigjarige dichter Jotie T’Hooft aan een overdosis cocaïne. Zijn korte maar heftige leven ging echter niet onopgemerkt voorbij. De bekende poète maudit heeft zich inmiddels verzekerd van een ware cultstatus. Geregeld nog vindt men op zijn sobere graf attenties van jonge bewonderaars. Vijftig jaar na zijn geboorte blijkt Jotie T’Hooft dus nog lang niet vergeten. Deze bloemlezing bevat zijn mooiste gedichten. Zij geven blijk van het grote talent waarmee Jotie T’Hooft een taalwereld heeft weten te scheppen die de lezer kan raken en ontroeren, en waarmee hij nieuwe inzichten en ervaringen heeft weten op te roepen.