De laatste grens speelt in het Hongarije van na de bloederige oktoberopstand van 1956. Michael Reynolds, agent van de Britse geheime dienst, staat voor een schier onuitvoerbare opdracht. Hij moet een Engelse geleerde die onder dwang naar Boedapest is gelokt, hoe dan ook terugbrengen. Daarbij ontvangt hij steun van een klein groepje Hongaarse patriotten. Hard, bitter en zonder genade is de strijd tegen de meedogenloze AVO, de Hongaarse staatspolitie. Niet alleen ondergaat Michael Reynolds een gruwelijke hersenspoeling in de beruchte Sarhàzagevangenis, maar tevens leert hij de achtergronden kennen van het politieke gebeuren achter het IJzeren Gordijn en wordt hij met een werkelijkheid geconfronteerd die hij nimmer had vermoed.
