Wie zijn het? vroeg Raul zich af en tegelijk wist hij het antwoord. Soldaten van Frelimo. Vragen of het zo was, durfde hij niet.
"Hoe heet je?" vroeg een van de soldaten.
"Raul."
"Woon je daar in het dorp?"
"Ja."
"Is de dorpsoudste er?"
"Ik debk van wel."
"Die moet je voor ons halen. We willen hem spreken."
"Hoe heet je?" vroeg een van de soldaten.
"Raul."
"Woon je daar in het dorp?"
"Ja."
"Is de dorpsoudste er?"
"Ik debk van wel."
"Die moet je voor ons halen. We willen hem spreken."