Kort, maar toch nog vrij uitgebreid verslag van de avonturen welke Pickwick in dit eerste deel van de naar hem genoemde papieren beleeft.
Voor de oppervlakkige toeschouwer is de heer Samuel Pickwick, zonder beroep, wonend in Goswell Street, Londen, geenszins een opvallende figuur. Hij moge iets ronder van de omtrek zijn dan de gemiddelde man van zijn leeftijd, dit stempelt hem nog niet tot een zonderling. Wat deze man groot maakte was zijn brein, verborgen achter dikke brillenglazen en beurtelings goedmoedige en flikkerende oogjes. Dit brein stortte hem in de meeste wilde avonturen en haalde hem er weer uit ook. Het is overigens verwonderlijk hoeveel vreemde avonturen iemand in een beschaafd land als het Engeland van 1830 nog konden over komen. Maar met avonturen is het net zoals met het geluk: men moet ze weten te vinden. En daar een was Pickwick en meester.