In de autobiografische schets Negen levens keert Robert Anker terug naar zijn geboortedorp, het West-Friese Oosterwoud, twaalf kilometer ten noorden van Hoorn, dat in veel van zijn werk op de achtergrond een rol speelt. Het is de evocatie van een jeugd in de jaren vijftig van de twintigse eeuw, toen geluk, zoals bekend, nog heel gewoon was.