Bangkok, 1926
In de vroege ochtend tilt prinses Ongnit Poengkew op, een meisje dat zal opgroeien binnen de muren van het binnenpaleis – ver van haar moeder, in een wereld van rituelen, stilte en geheimen. Wat begint als een leven vol traditie, verandert al snel in een strijd tussen gehoorzaamheid en verlangen naar vrijheid.
Jaren later, tijdens de Japanse bezetting van Thailand, vlucht Poengkew met haar zoontje voor de bombardementen. Ze vecht om te overleven in een verscheurde wereld, gedreven door liefde, verlies en hoop. Haar pad kruist dat van Simon, een Nederlandse krijgsgevangene die haar leven voorgoed verandert.
Decennia later, in 1978, reist Poengkew met Simon terug naar Bangkok. In haar koffer: een spaargeheim, een oude foto en de vraag die haar nooit heeft losgelaten – zal ze haar verloren zoon ooit terugzien?
Een meeslepende, waargebeurde roman over moed, moederliefde en de zoektocht naar verzoening, tegen de achtergrond van een veranderend Thailand.
