In Nooit meer Valentijn blikt de auteur terug op zijn katholieke jeugd in Roosendaal en laat hij op overtuigende wijze zien hoe ingrijpende gebeurtenissen uit die tijd zijn verdere leven hebben bepaald. Eerst worden we opgeschrikt door het onverwachte overlijden van zijn moeder. Peter is dan tien jaar. Slechts een half jaar later begint het seksueel misbruik door een kerkdienaar, de biechtvader van het jonge misdienaartje. Deze pastoor, vertegenwoordiger van God, denkt alleen aan zijn eigen genotzucht en geilheid. Hij ziet zijn kans schoon. De goede God blijkt ook de duivel te zijn. In deze autobiografie weet Peter van Ineveld aan de hand van persoonlijke lotgevallen en herinneringen op originele wijze de sfeer op te roepen van de jaren vijftig, zestig en zeventig in West-Brabant. De auteur steekt de draak met het Scheppingsverhaal van de kerk dat hij als kind geïndoctrineerd kreeg en hij laat de Almacht zelf uitleggen hoe het heelal en het leven zijn ontstaan in de ‘Ordening’. Het boek geeft ons een intiem relaas van de gevolgen van de vroegtijdige dood van zijn moeder en het misbruik. Op het gezin, hemzelf en zijn omgeving. De auteur beschrijft aangrijpend hoe hij er desondanks in slaagt een toekomst op te bouwen.