Addison is niet zoals alle anderen: iedereen die hem ziet verafschuwt hem en wil hem doden. Zo ook de verloskundige die hem ter wereld bracht. Alleen zijn moeder kan zijn aanblik enigszins verdragen; zij is zijn beschermengel. Totdat ze de hand aan zichzelf slaat en Addison er alleen voor staat. Hij vlucht weg en vindt een nieuw onderkomen diep in de grond onder een drukke stad. Alleen in het holst van de nacht waagt hij zich buiten de krochten van zijn schuilplaats, om eten en spullen te zoeken en om een glimp op te vangen van de prachtige wereld waar hij geen deel van uitmaakt.