In dit boek laat Tyerman Williams zien dat Winnie-de-Poeh niet alleen, zoals hij al eerder bewees, een groot filosoof en esotericus is, maar ook een groot psycholoog.
Aan de hand van praktijkgevallen toont de schrijver aan dat Poeh zijn vrienden zoals Janneman Robinson, Knorretje, Konijn en Iejoor psychologisch begeleidt en een grote bijdrage levert aan hun persoonlijke groei. Zo wordt de overdreven afhankelijke Knorretje getransformeerd tot de held die Uil en Poeh redt. Konijn wordt minder bazig en laat zijn vooroordelen tegen nieuwkomers als Kanga en Teigetje varen. De solitaire en depressieve Iejoor wordt actief in de hulpverlening en gaat uiteindelijk een socialer leven leiden. Winnie-de-Poeh is de supertherapeut die deze genezingen tot stand heeft gebracht en het zal ons daarom niet verbazen dat het Enorme Verstand van Poeh alle vakkennis bevat over een breed scala aan psychologische theorieën en praktijken, waaronder richtingen als de behavioristische, cognitieve, analytische, humanistische, sociale, psycholinguïstische en ontwikkelingspsychologie.