Met een afgescheurde achillespees hinkelt Joris van de Wier (Tilburg, 1978) zich een weg door het Europese voetbaldwergenlandschap. Hij bezoekt negen landen die op het eerste oog weinig overeenkomsten hebben.
Toch is er één grote gemene deler: het betreft de zwakste voetbalstaten die aangesloten zijn bij de UEFA. Ze zaten allemaal in Pot 6 tijdens de loting voor de kwalificatiecyclus van het WK van 2018 in Rusland. Van de Wier bezoekt wedstrijden in deze voetbalontwikkelingslanden om erachter te komen wat de zwakke broeders drijft om deel te nemen aan de groepsfase zonder enige kans op successen.
Hij bezoekt een San Marinese computerwinkel waar de man werkt die het snelste WK-kwalificatiedoelpunt ooit maakte en daardoor nog altijd een held is in Schotland. Van de Wier gaat op stap met Kosovaarse ultras waarmee hij bier drinkt, naar het stadion marcheert, vuurwerk afsteekt en politiek incorrecte liederen zingt. Hij ziet dat de wedstrijd vijf keer wordt stilgelegd, is getuige van de macht van de ultras over de spelers en krijgt uiteindelijk een lading traangas in zijn gezicht gespoten door de politie.
In Andorra bemerkt Van de Wier weinig liefde voor voetbal, maar wel een obsessie met goedkope sigaretten en alcohol. Op Malta ontdekt hij in een zeecontainer een shirt van Willem II, op een zolder het oude scorebord van het nationale stadion en in een stoffig straatje een levensgroot standbeeld van Bill Shankly. Later ontmoet Van de Wier in Liechtenstein een voetballer die bijna werd gelyncht in Napels toen hij in de Serie A speelde en de enige supporter van het nationale elftal die het elftal overal achterna reist.
Kazachstan blijkt een land waar de politiek veel macht heeft over het voetbal en via een kunstmatige club probeert populair te worden in de rest van de wereld. Het is een land waar niemand zich in het openbaar echt durft te uiten, maar waar in het nachtleven travestieten, shemales en lesbies zonder angst helemaal uit hun plaat gaan. Georgië was ooit beroemd en berucht vanwege hun goede voetballers, maar tegenwoordig staat rugby op het punt om de populairste sport van het land te worden. Voetbal leeft vooral in de provincie, zoals in Gori waar een standbeeld van Stalin trots naar de lichtmasten kijkt.
Ondanks pesterijen en tegenwerking van Spanje voetballen ze onder de rots van Gibraltar stug door. Heel goed doen ze dat niet, want Van de Wier is getuige van de slechtste wedstrijd die hij ooit in zijn leven heeft gezien waarbij Spaanse B-acteurs de hoofdrol spelen. In Luxemburg ziet hij een voetballand in opkomst, bezoekt een Hans & Grietje-stadion midden in de bossen en spreekt hij met de man die eigenhandig Nederland uitschakelde voor het EK in 1964. Ondanks dat de negen landen in Pot 6 voetballend niet de beste van Europa zijn, heeft ieder zo zijn eigen voetbalcultuur en is overal liefde voor het spel te vinden.
Het boek is alleen te bestellen via de webshop op Staantribune.nl.
Toch is er één grote gemene deler: het betreft de zwakste voetbalstaten die aangesloten zijn bij de UEFA. Ze zaten allemaal in Pot 6 tijdens de loting voor de kwalificatiecyclus van het WK van 2018 in Rusland. Van de Wier bezoekt wedstrijden in deze voetbalontwikkelingslanden om erachter te komen wat de zwakke broeders drijft om deel te nemen aan de groepsfase zonder enige kans op successen.
Hij bezoekt een San Marinese computerwinkel waar de man werkt die het snelste WK-kwalificatiedoelpunt ooit maakte en daardoor nog altijd een held is in Schotland. Van de Wier gaat op stap met Kosovaarse ultras waarmee hij bier drinkt, naar het stadion marcheert, vuurwerk afsteekt en politiek incorrecte liederen zingt. Hij ziet dat de wedstrijd vijf keer wordt stilgelegd, is getuige van de macht van de ultras over de spelers en krijgt uiteindelijk een lading traangas in zijn gezicht gespoten door de politie.
In Andorra bemerkt Van de Wier weinig liefde voor voetbal, maar wel een obsessie met goedkope sigaretten en alcohol. Op Malta ontdekt hij in een zeecontainer een shirt van Willem II, op een zolder het oude scorebord van het nationale stadion en in een stoffig straatje een levensgroot standbeeld van Bill Shankly. Later ontmoet Van de Wier in Liechtenstein een voetballer die bijna werd gelyncht in Napels toen hij in de Serie A speelde en de enige supporter van het nationale elftal die het elftal overal achterna reist.
Kazachstan blijkt een land waar de politiek veel macht heeft over het voetbal en via een kunstmatige club probeert populair te worden in de rest van de wereld. Het is een land waar niemand zich in het openbaar echt durft te uiten, maar waar in het nachtleven travestieten, shemales en lesbies zonder angst helemaal uit hun plaat gaan. Georgië was ooit beroemd en berucht vanwege hun goede voetballers, maar tegenwoordig staat rugby op het punt om de populairste sport van het land te worden. Voetbal leeft vooral in de provincie, zoals in Gori waar een standbeeld van Stalin trots naar de lichtmasten kijkt.
Ondanks pesterijen en tegenwerking van Spanje voetballen ze onder de rots van Gibraltar stug door. Heel goed doen ze dat niet, want Van de Wier is getuige van de slechtste wedstrijd die hij ooit in zijn leven heeft gezien waarbij Spaanse B-acteurs de hoofdrol spelen. In Luxemburg ziet hij een voetballand in opkomst, bezoekt een Hans & Grietje-stadion midden in de bossen en spreekt hij met de man die eigenhandig Nederland uitschakelde voor het EK in 1964. Ondanks dat de negen landen in Pot 6 voetballend niet de beste van Europa zijn, heeft ieder zo zijn eigen voetbalcultuur en is overal liefde voor het spel te vinden.
Het boek is alleen te bestellen via de webshop op Staantribune.nl.
