Intussen wordt Spethmann in beslag genomen door twee van zijn patiënten: Anna Petrovna, de lokale schoonheid op wie hij totaal ongepast verliefd wordt, en het schaakgenie Rozental, die vlak voor het belangrijkste toernooi uit zijn carrière op instorten staat.
Gebogen over zijn schaakbord ontrafelt Spethmann de grote samenzwering die reikt tot in het hart van het Russische politieke establishment en de sinistere geheime politie.