De ondertitel van het boek luidt: Struinen langs de oevers van lichaam, ziel en geest. Staande aan de oever van een rivier kun je worden bevangen door de voortkabbelende stroom die geen moment hetzelfde is. De vaste grond van de oever onder je voeten staat in schril contrast met de beweeglijke aard van de stromende rivier, die zich slechts door zijn inbedding laat vangen. Steeds maar verandering, nooit hetzelfde, terwijl het toch dezelfde rivier blijft. Zo ook als je vanuit een stabiele positie je lichaam waarneemt: voortdurend is het in verandering en toch blijft het door de jaren heen hetzelfde lichaam. Ook ziel en geest zijn aan verandering onderhevig, terwijl ze je toch - als die van jou - levenslang in hun eigen aard blijven vergezellen.
			
					
	
			