Jappy Heslinga van Hitzum kreeg tijdens zijn geboorte gebrek aan zuurstof en mist daardoor veel dingen. Hij groeit op in een stijf gereformeerd boerengezin. Op school kan hij moeilijk meekomen, omdat hij nergens goed in is. Fries, zijn moedertaal, gaat nog wel, maar andere vakken gaan moeizaam. Ook op de boerderij heeft Jappy het niet altijd makkelijk: als door Jappy's schuld een lammetje verminkt op de wereld, mag hij niet meer op de boerderij helpen. Uiteindelijk verwordt Jappy tot een dikke, onaantrekkelijke man van middelbare leeftijd ‘met een afstand tot de arbeidsmarkt’, die niet veel meer van de wereld gezien heeft dan Hitsum, een dorpje in de buurt van Franeker. Toch probeert hij wat van het leven te maken. En dat lukt omdat hij goed kan nadenken, ook al zijn z'n gedachten niet altijd verheven.