Honderdentwaalf mannen, soms nog jongens, uit Delft vochten mee bij de Slag bij Waterloo in juni 1815. Over de Slag zelf is door de jaren heen al veel geschreven, maar de gewone mannen: hoe verging het deze ná de slag? Uit wat voor gezinnen kwamen ze? Uit één gezin vochten zowel vader als zoon mee, in een ander gezin verloren de ouders hun beide zonen bij Waterloo, de een tijdens de Slag, de andere aan de gevolgen ervan. Hoe gingen ze verder, zonder financiële ondersteuning, van nazorg hadden ze in die tijd nog niet gehoord. Wat wel tijdens het onderzoek opviel was dat de teruggekeerde mannen onderling redelijk veel contact hadden, waren bij elkaar getuigen bij geboorten, huwelijken, soms huwde een broer van de ene, de zus van een andere soldaat. Ook een vorm van ondersteuning, denk ik, contact blijven houden met elkaar. Het onderzoek leverde ook een paar grote verrassingen op: de vondst van Arend Klos, de zoon van Nicolaas van der Velden, de familie van den Boon Mesch, zoveel, dat over deze families alleen al een boek geschreven zou kunnen worden! Maar het ging me om de soldaten zelf die ná de verschrikkingen van Waterloo hun draai weer moesten zien te vinden in de burgermaatschappij. Een enkeling bleef militair, een aantal ging naar Oost- of West-Indië. Een aantal is jong overleden tijdens de cholera rond 1832. Maar al deze mannen hebben gevochten voor onze vrijheid!