Deze bundel bevat alle spookverhalen die dr. M.R. James ooit heeft geschreven. Een waaier van thema's wordt aangeraakt, maar het onderliggende thema is het Kwade dat een noodlottige invloed uitoefent op gedoemde figuren.
Dr. M.R. James (1862-1936) was een erudiet man: Provost van het befaamde Eton College, een autoriteit in kerkhistorie, een expert op het gebied van middeleeuwse manuscripten, een oudheidkundige... Ook in zijn verhalen schemert de geleerdheid door: hij geeft vaak zeer gedetailleerde citaten uit zelf verzonnen bronnen die erg geloofwaardig overkomen. Ondanks de ijselijke huiver die het Kwade in de verhalen teweegbrengt, blijven het statige vertallingen die best zeer griezelig zijn maar ook beschaafd. De stijl is al even beschaafd: James schrijft voorname, keurige zinnen waarin alles is afgemeten. Daarom zijn deze verhalen niet 'zomaar' spookverhalen, maar voorbeelden van een grondige kennis van het esoterische, en van de schoonheid van het literaire Engels.