Het is maart 1941. Op het eiland Rhanna is de lente in aantocht. De achttienjarige Shona McKenzie is een tijdje van huis weg geweest om een verpleegstersopleiding te volgen. Nu keert zij met verlof terug naar haar geliefde geboortegrond, waar ze vele jaren lang, samen met haar vader Fergus, de grote boerenhoeve Laigmhor bewoonde. Maar dat was voor het uitbreken van de oorlog geweest; voordat Shona's jeugdliefde Niall McLachlan in Frankrijk werd vermist - en voordat de baby van Shona en Niall doodgeboren ter wereld kwam. Nu is Shona's vader getrouwd met Kirsteen. Zij verricht de huishoudelijke taken op Laigmhor die eens tot Shona's plichten behoorden. Daarom heeft Shona toegegeven aan de drang om in deze zware tijd van oorlog iets nuttigs te doen. Als een slank, opvallend mooi meisje in verpleegstersuniform is zij teruggekomen naar de warme eilandgemeenschap van Rhanna, om rust te vinden - en om te genezen van haar gebroken hart. Plotseling, terwijl de meeuwen krijsend over de wijde vlakten en ruige bergen van het prachtige Schotse eiland scheren, stort er een Duitse bommenwerper neer. Vier jonge Duitse militairen kruipen levend uit het wrak. Dan realiseert Shona zich dat Rhanna's eenzame schoonheid evenmin bescherming biedt tegen de nachtmerrie van de oorlog. Maar ze ontdekt ook dat de ergste veldslag zich tussen twee geliefden kan afspelen...
