Uit de diepere lagen van de hiphop werkt gangsterrap zich steeds meer omhoog; een onstuitbare opmars naar een hongerig publiek. De weg van succes in het leven op straat loopt over een hachelijk dun lijntje. Van onschuldig flirten met stapels geld en luxe waggies ging het naar vuurwapens showen en doodsbedreigingen in drillrapvideo’s. En naar dodelijke slachtoffers, zoals op de Pier in Scheveningen, in Rotterdam en in Amsterdam-Zuidoost. In Straight Outta Crime lees je over straatbendes als Hopi Boys en Green Gang en veel jongens uit achterstandsbuurten. In hun teksten refereren ze volop aan het straatleven, doorspekt met geweld, drugshandel, ripdeals en mooie vrouwen. Het is een leven op het scherp van de snede. Zo moest Ali B voor zijn succes van ver komen. Criminele vrienden werden een voor een neergeschoten. Straatveteranen als Sugacane, Kempi, Lexxxus en leden van THC bleven met beide benen op de grond. Terwijl JoeyAK en Djaga Djaga in harde aanraking met justitie kwamen, werd Bigidagoe neergeschoten. In zijn boek schetst Roel Janssen ook het portret van de ambitieuze Keylow, oldschool rapper en Crip van het eerste uur. Inmiddels is hij volgens justitie topgangster en met Ridouan Taghi verantwoordelijk voor een serie liquidaties. Is gangsterrap een way out voor jongeren? Of is het no way out?
