Réginald Moreels is zonder twijfel een van Vlaanderens meest merkwaardige mensen. Gekneed door het idealisme van Mei 68 werd hij dokter ‘om de mensen te helpen’, en meteen ook mede-oprichter van Artsen zonder Grenzen in België. Bekend werd hij een eerste keer als staatssecretaris Ontwikkelingshulp in de Belgische politiek. Zijn roeping stuwde hem uiteindelijk naar Oost-Congo waar hij belangeloos en onvermoeibaar mensen probeert te genezen in erbarmelijke omstandigheden. De beelden daarvan in het programma Topdokters staan iedereen in het geheugen gegrift.
In dit boek blikt Moreels terug op een rijk leven dat getekend werd door zijn roeping. Niets heeft hem klein gekregen,
niet het cynisme van de politiek, niet zijn worsteling met eten, niet de ziekten van de mensen rond hem. Met koppige twijfel bleef hij overeind in de strijd voor ethiek en engagement, tegen verzuring en defaitisme.
In dit boek blikt Moreels terug op een rijk leven dat getekend werd door zijn roeping. Niets heeft hem klein gekregen,
niet het cynisme van de politiek, niet zijn worsteling met eten, niet de ziekten van de mensen rond hem. Met koppige twijfel bleef hij overeind in de strijd voor ethiek en engagement, tegen verzuring en defaitisme.
